Senaat ‘nieuwe stijl’ legt eed af

Deze week legde ook de nieuwe lichting senatoren de eed af, voor het eerst in een nieuwe formule: niet langer rechtstreeks verkozen maar afgevaardigd door de deelstaten. Het systeem van coöptatie van niet-verkozenen blijft wel behouden. Met twaalf senatoren, onder wie twee gecoöpteerde, is de N-VA intussen ook in de Senaat uitgegroeid tot de grootste politieke fractie. Die zal geleid worden door Annick De Ridder en Karl Vanlouwe, respectievelijk fractievoorzitter en -ondervoorzitter.
    
De N-VA heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze de Senaat liever volledig afgeschaft had gezien. Dat had niet alleen de politieke structuren vereenvoudigd, maar ook de belastingbetaler veel geld bespaard. In plaats daarvan beslisten de partijen die de zesde staatshervorming hebben onderhandeld, om die uitgeleefde instelling toch te behouden en mee te hervormen.

In zijn vernieuwde vorm telt de Senaat maar zestig leden meer. Vijftig senatoren worden aangeduid door de verschillende deelstaatparlementen van het land, 29 Nederlandstaligen, 20 Franstaligen en 1 Duitstalige. Die deelstaatsenatoren wijzen op hun beurt tien senatoren aan via coöptatie: zes Nederlandstalige en vier Franstalige. Voor de N-VA werden Pol Van Den Driessche en Jan Becaus gecoöpteerd, twee publieke figuren met een pak media-ervaring. Zij leggen volgende week pas de eed af, samen met de andere gecoöpteerde Senaatsleden. De deelstaatsenatoren waren deze week al aan de beurt: Geert Bourgeois, Cathy Coudyser, Annick De Ridder, Lieve Maes, Philippe Muyters, Jan Peumans, Elke Sleurs, Wilfried Vandaele, Karl Vanlouwe en Ben Weyts.

Deelstatenkamer
Niet alleen de omvang, ook de bevoegdheden van de hervormde Senaat zijn gevoelig ingekrompen. Voortaan zijn die bijna uitsluitend beperkt tot institutionele aangelegenheden, zoals de herziening van de Grondwet, de rol van de monarchie en andere fundamenten van de bestaande staatsstructuur. Via de Senaat krijgen de deelstaten in die institutionele materie ook de nodige inspraak. Tegelijk kunnen zij in die deelstatenkamer in dialoog treden met elkaar en met de federale overheid.

“De N-VA gaat ook in die nieuwe Senaat haar verantwoordelijkheid opnemen en mee nadenken over de institutionele toekomst van dit land”, verklaart Annick De Ridder. “Als het van ons afhangt, komt het zwaartepunt nog veel meer bij de deelstaten te liggen. Het is belangrijk dat die alle hefbomen en verantwoordelijkheden in handen krijgen om een beleid op eigen maat te voeren. Daarom willen wij in de Senaat graag werken aan een omslag richting een confederaal model.”