U bent hier
Meer Fransen dan Walen aan de slag in West-Vlaanderen

In West-Vlaanderen zijn meer Franse dan Waalse werknemers aan de slag”, zegt federaal parlementslid Wouter Raskin (N-VA). “Dat blijkt uit cijfers van minister van Werk Kris Peeters (CD&V). Taal mag dus geen barrière meer zijn. Sinds januari zijn de regels aangepast waardoor een werkloze een job moet aanvaarden die niet alleen overeenkomt met zijn diploma, maar ook met zijn competenties.”
De bijstelling van het begrip 'passende dienstbetrekking', waardoor er bij het zoeken naar geschikte jobs voor werklozen meer telt dan alleen het diploma, maakte deel uit van het zomerakkoord. Ook competenties en talenten moeten sinds januari dus ingezet worden. “Vlaanderen zit in zijn geheel al met een krappe arbeidsmarkt en in West-Vlaanderen is dat tekort het grootst”, zegt Raskin. “Nochtans grenst West-Vlaanderen aan Henegouwen, een provincie met een werkloosheidsgraad van maar liefst 15 procent. Er loopt zelfs een goede snelweg tussen die provincies. Dus zou het toch goed zijn als de Waalse werklozen daar zouden gaan werken, want nu worden de jobs vaak ingevuld door Fransen. In de eerste helft van 2017 waren er 12.593 Fransen aan de slag in West-Vlaanderen, meer dus dan de 7.135 Walen die er op dat moment actief waren. De West-Vlaamse bedrijven vinden dus blijkbaar meer personeel in Frankrijk dan in eigen land. Als taal geen barrière is voor de Fransen, dan ook niet voor de Walen.”
Tijdelijk
Naast de Fransen met echte contracten, zijn er ook veel tijdelijke buitenlandse krachten aan de slag met een statuut van gedetacheerde. Dat betekent dat de sociale zekerheid betaald wordt in het land van herkomst. Uit de cijfers blijkt dat er in West-Vlaanderen nog eens 15.383 gedetacheerden aan de slag zijn, onder wie 4.254 Polen, 2.054 Roemenen, 2.334 Portugezen en - opnieuw - 1.123 Fransen. “Dat systeem van gedetacheerden is goed voor knelpuntberoepen als de bouw, maar ook daar zijn jobs bij die de Walen kunnen doen”, vindt Raskin. “Zeker omdat die dan ook bijdragen aan onze sociale zekerheid. De aanpassing van de regelgeving voor de passende dienstbetrekking moet Forem, de Waalse tegenhanger van de VDAB, in elk geval helpen om meer mensen aan het werk te krijgen.”
Beetje kieskeurig
Wij kijken in de praktijk al langer naar de competenties van werkzoekenden”, zegt Tinne Lommelen, directeur van VDAB Limburg. “Daar verandert die nieuwe regelgeving voor ons niet zoveel aan. Een werkloze mag een beetje kieskeurig zijn, maar kan ook niet zomaar werk blijven weigeren. Maar je kan ook niet iedereen in de bouw aan de slag krijgen, daar heb je bijvoorbeeld al een goede fysiek voor nodig.” Werklozen moeten nu ook al jobs aanvaarden die niet meteen bij de deur liggen. “De regel ligt al lang op 60 km”, zegt Lommelen.
Iedereen die gemotiveerd is, is welkom in de bouw”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw. “Zowel Walen als Fransen, want de nood is hoog. Bouwbedrijven hebben trouwens liever mensen van hier, vaste ploegen waar ze hun bedrijf op kunnen bouwen. Die gedetacheerden zijn eerder in dienst van onderaannemers.” Je moet niet eens een bouwopleiding hebben om in de bouw aan de slag te gaan. “Momenteel komen er meer mensen via een individuele beroepsopleiding in de bouw terecht, dan vanuit het onderwijs. Intussen zijn er in de bouw ook meer vacatures voor ingenieurs dan voor bouwvakkers”, zegt Dillen. Die vacatures kunnen namelijk moeilijker ingevuld worden door buitenlanders. Voor werfleiders waren er vorig jaar bijvoorbeeld 1.768 vacatures in Vlaanderen, voor metselaars 1.172. Ook voor technici in de bouw waren er nog 986 vacatures.
Bron: Het Belang van Limburg © Mediahuis 2018