Deze thuisdetentie schrikt zelfs straatboefjes niet af

Door Sophie De Wit op 7 juli 2011, over deze onderwerpen: Justitie, Veiligheid

Het systeem van de thuisdetentie, zoals minister van Justitie De Clerck van plan is het in te voeren, is een prima instrument om ook gevangenisstraffen van minder dan zes maanden effectief uit te voeren. Maar ik zie niet in waarom de minister  de lengte van de straf voor wie ze thuis mag uitzitten, inkort.

Wie veroordeeld is tot zes maanden gevangenisstraf zou namelijk niet die hele periode thuis moeten zitten, maar slechts een vierde van die straf. Zo zal thuisdetentie niet afschrikwekkender zijn dan enkele dagen huisarrest voor een weerspannige puber.

Onze overvolle gevangenissen zorgen al jaren voor een wankel strafuitvoeringsbeleid: enkel gevangenisstraffen van meer dan drie jaar worden effectief uitgevoerd. Straffen van zes maanden tot drie jaar worden uitgezeten met een enkelband, waarvoor massale wachtlijsten en lange wachttijden bestaan. Straffen van minder dan zes maanden krijgen niet eens uitvoering. Niet onterecht leidt dit tot grote frustratie bij slachtoffers, politie en gerecht.

Het systeem van de thuisdetentie brengt hier verandering in voor straffen van nul tot acht maanden. Hogere straffen, van acht  maanden tot drie jaar, worden uitgezeten met de enkelband. De thuisdetentie is heel simpel: bij de veroordeelde wordt thuis een box geïnstalleerd. Hierop wordt hij geregeld gebeld en via spraakherkenning wordt gecontroleerd of de veroordeelde aanwezig is. Er zijn dus zelfs geen vaste lijn, geen gsm-verbinding of andere technologieën nodig. Als de veroordeelde tijdens de oproep niet thuis geeft, wordt alarm geslagen: wie zich niet aan het systeem houdt, moet toch de gevangenis in.

Systeem ondergraaft zichzelf

Met de thuisdetentie wil de minister een duidelijk signaal geven. Dat is goed. Alleen jammer dat het systeem zichzelf ondergraaft  als het aantal dagen thuisdetentie niet overeenkomt met het aantal gevangenisdagen waartoe men veroordeeld is, of het zelfs niet benadert.

De Clerck verdedigt zich door te zeggen dat gevangenisstraffen ook niet volledig worden uitgevoerd. Ik vind dat  die vergelijking niet opgaat. In de gevangenis heerst een veel strenger regime; thuisdetentie is in feite al een gunst. Ik durf het zelfs omkeren: voor mij zou het logischer zijn dat het aantal dagen thuisdetentie hoger ligt dan het aantal dagen opsluiting.

Meer nog, De Clerck stelt voor de thuisdetentie te beperken tot twee maanden, zelfs voor een straf van acht maanden. Wie zijn straf thuis uitzit, moet dus nog minder lang zitten dan een derde van de straf, zoals de Wet Lejeune voor gevangenen bepaalt. De relatieve soepelheid van de Wet Lejeune is nog te begrijpen omdat hij  twee doelstellingen nastreeft: de overbevolking in de gevangenissen tegengaan en de gevangenen een perspectief bieden. Maar dat gaat niet op voor de thuisdetentie! Kortom, het is mij een compleet raadsel waarom wie thuis zit maximum maar 25 procent van de straf moet uitdoen.

Door de thuisdetentie veel lichter te maken dan de uitgesproken gevangenisstraf, maakt de minister er een lachertje van. Kleine, eenmalige straatboefjes zullen er niet om malen, net zomin als hardnekkige recidivisten. Een paar dagen thuis zitten kan met de beste wil van de wereld niet worden gelijkgesteld aan enkele maanden gevangenis. Zoals De Clerck het systeem van thuisdetentie ziet, zal de frustratie bij de politie zich verleggen: de ontgoocheling om opgepakte criminelen onmiddellijk weer vrij te zien rondlopen zal plaats maken voor frustratie over de korte duur van de thuisdetentie… Een gemiste kans…

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is