U bent hier
Regio's worden volwaardige EU-spelers
Eind november trok Catalonië vervroegd naar de stembus voor regionale parlementsverkiezingen. De Catalaanse minister-president Artur Mas had in de campagne de belofte van een referendum over 'onafhankelijkheid' aan het stembusresultaat gekoppeld. Hoewel zijn centrumrechtse Convergència i Unió (CiU) 12 zetels verloor, bleef het stemmenresultaat van de overige partijen die eveneens een verregaande autonomie - en zelfs onafhankelijkheid - van Catalonië nastreven, stabiel op meer dan 60 procent. Het ziet er dus niet naar uit dat het referendum meteen van de politieke agenda zal verdwijnen.
Van het centrale Spaanse gezag in Madrid krijgt een referendum over onafhankelijkheid van Catalonië een "¡No pasarán!". Na de verkiezingen van 25 november is het echter de vraag of Madrid een referendum nog kan tegenhouden. Stappen de Spaanse premier Rajoy en zijn conservatieve Partido Popular (PP) eindelijk af van de harde unitaire lijn? Geeft Madrid straks Catalonië een verregaande fiscale autonomie, zoals ook Baskenland die heeft? En wat met het statuut van het Catalaans binnen Europa? Zullen Catalaanse burgers zich in de toekomst in hun moedertaal tot de Europese Unie mogen wenden?
Yes?
Ook in Schotland wordt openlijk gedroomd van een eigen stem in Europa. Als het kan via "Devolution Max", een verregaande autonomie, vergelijkbaar met wat men in Vlaanderen 'confederalisme' zou noemen; als het moet via een afscheuring van het Verenigd Koninkrijk. De centrumlinkse regering in Edinburgh, geleid door premier Alex Salmond, voorzitter van de Scottish National Party (SNP), kondigde een referendum aan in de herfst van 2014.
Meteen rijzen ook hier vragen over het toekomstig EU-lidmaatschap van een onafhankelijk Schotland. Er is niet alleen de juridische vraag of een land dat zich afscheurt van een EU-lidstaat automatisch zijn status van EU-lid behoudt. Een nog belangrijker vraag is of men de onderdanen van deze nieuwe staat zomaar het EU-burgerschap kan ontnemen. Bestaat er zoiets als een ex-EU-burger? En welke rechten heeft die dan?
Wegen op het beleid
Worden Catalonië en Schotland straks op Europees vlak niet als een volwaardige speler gezien omdat deze beide 'onafhankelijke' regio’s hierin niet worden gesteund door de hun (vroegere) 'centrale' overheid?
Toch is het duidelijk dat een kleine regio wel degelijk kan wegen op het beleid. En dat weet men in Straatsburg maar al te goed. In Straatsburg wordt altijd angstvallig uitgekeken naar de Europese begrotingsbesprekingen. Een ruime meerderheid van de Europese parlementsleden, en meteen ook lidstaten, is voorstander dat het Europees parlement permanent in Brussel zou zetelen. Dat zou niet alleen jaarlijks een besparing van 200 miljoen euro, maar meteen ook een kleinere ecologische voetafdruk opleveren. Toch blijft Frankrijk vasthouden aan zijn veto en raken de nodige verdragen dus niet gewijzigd.
Het verdwijnen van het Europees Parlement uit Straatsburg zal volgens Parijs immers de hele regio economisch schaden. Een regio van pakweg een half miljoen inwoners kan, als het deel uitmaakt van een grote lidstaat en de centrale regering haar standpunt steunt, in de Europese Unie dus perfect boven haar gewicht boksen. Ook als dat ingaat tegen het algemeen belang van 500 miljoen EU-burgers. Is een, al dan niet rechtvaardige, eis van een regio tegengesteld aan de belangen van de centrale staat of heeft de centrale staat een kleinere stem op het Europese toneel, dan bestaat het gevaar dat het regionale standpunt zelfs nooit de grote Europese gesprekstafel haalt. Dan wordt de kloof tussen Europa en de burger weer een meter breder en een kilometer dieper.
De toekomst van ons Europese Avondland, als bakermat van vrede en welvaart, hangt af van een verdere integratie van de Unie. Een integratie die, zoals het motto van de Europese Unie het zo plechtig stelt, in verscheidenheid verenigt. In zijn huidige vorm is de EU een logge constructie waar de ene stem luider klinkt dan de andere. Deze constructiefout in het Europese weefsel wakkert het autonomiestreven in steeds meer Europese regio’s aan. Steeds meer regio’s en volkeren willen mee aan tafel zitten als over hun lot beslist wordt. Of het nu gaat om het erkennen van een regionale taal of om economische steunmaatregelen: regio’s zijn afhankelijk van de bereidheid van hun centrale
overheid en de grootte van die centrale staat binnen het Europese geheel.
Niet voor de eeuwigheid
In zekere zin keren we terug naar de situatie zoals die was in de Middeleeuwen. Ook toen waren de regio’s dominant en waren de natiestaten louter een formaliteit. Zelfs ten tijde van de Habsburgse Dubbelmonarchie en van het Russische tsarenrijk waren de zelfstandige regio’s binnen die grote, machtige staten eerder regel dan uitzondering. De Europese volkeren hebben ondertussen al heel wat geschiedenis gemaakt. Staten ontstonden en verdwenen weer. Is dit verdwijnen van staten verontrustend? Alvast niet vanuit democratisch oogpunt.
In Centraal- en Oost-Europa kwam, na het einde van het communisme, deze evolutie naar regionalisme in een stroomversnelling terecht. De Europese Unie heeft dit proces zelf actief ondersteund, denken we maar aan de onafhankelijkheid van Kosovo, gerealiseerd dankzij Europese diplomatieke interventies. Sommige nieuwe staten die zijn ontstaan uit het vroegere Joegoslavië zijn ondertussen zelf EU-lidstaten geworden. Kunnen (en willen) we deze evolutie nog omkeren? Kunnen lidstaten zoals Spanje, dat halsstarrig blijft weigeren Kosovo te erkennen uit angst voor een precedent, de wil van de Europese volkeren en regio’s verder blijven negeren? Dringt zich niet stilaan een nieuwe benadering op?
In de afgelopen decennia hebben 'decentralisatie' én 'autonomie' reeds in Noord-Ierland, Baskenland en de Balkan bewezen te kunnen fungeren als motor voor vrede en welvaart. Wil de EU straks overleven tussen oude en nieuwe grootmachten zoals China, de Verenigde Staten, en binnenkort ook India en Brazilië, dan zal de EU moeten uitgroeien tot een meer dynamische unie waar ook de regio’s steeds meer invloed verwerven.
Nieuwe kansen
Los van het standpunt dat de centrale staten innemen, zullen steeds vaker tijdelijke allianties tussen regio’s met gelijke belangen ontstaan. De EU kan hier niet blind voor blijven en moet deze (nieuwe) regio’s alle kansen geven om zich verder te ontwikkelen, zowel op economisch als op democratisch vlak.
De volgende uitbreiding, na Kroatië dat toetreedt in 2013, zal wellicht geen grondgebied meer toevoegen aan de Europese Unie. Nieuwe staten zullen ontstaan uit de huidige 27 lidstaten. De vraag is niet of, maar wel wanneer dat zal gebeuren. Laten we hopen dat de Unie op dat ogenblik absoluut klaar staat om ook die nieuwe staten op te nemen als volwaardige spelers op het Europese toneel.
Want als we de democratie durven te prediken in de rest van de wereld, dan moeten we die ook op ons eigen grondgebied, op ons eigen Europese territorium, kunnen realiseren. Voor de EU is dit overigens de enige manier om te bewijzen dat het (alsnog) aansluiting zoekt bij zijn burgers, en zo meteen ook in de feiten aan te tonen dat de EU niet die ivoren toren is die zovelen haar verwijten steeds weer te zijn.