Een (over)ijverige psychiater?

Door Louis Ide op 3 november 2010, over deze onderwerpen: Artsen, Media, NV-A

“Bart vu par un psychiatre”, blokletterde de krant La Dernière Heure enkele weken geleden. In het krantenartikel wordt de N-VA-voorzitter omschreven als “een egocentrische ‘kind-koning’, die tot elke prijs gehaat wil worden om beter zijn almacht te kunnen bevestigen”. Er staan nog meer van dergelijke fraaie omschrijvingen in het artikel.

Het oordeel is gebaseerd op een onderzoek (?) van een kinderpsychiater, ene dokter Jean-Yves Hayez, die zijn ‘wetenschappelijke’ bevindingen heeft overgemaakt aan de krant. La Dernière Heure vertelt erbij dat de arts, in tegenstelling tot anderen, wel bereid was zich te buigen over de persoonlijkheid van de meest gevreesde Vlaming van het land. Allicht wilden gewetensvolle artsen zich daartoe niet laten lenen.

Deze arts velde dus met gemak een oordeel over een ‘patiënt’ die hij niet eens had gezien en stelde zijn bevindingen ter beschikking van een krant, uiteraard zonder daarvoor toestemming te hebben van de ‘patiënt’ in kwestie. Zou er nog enige beroepseer bestaan?

Men kan allerlei bedenkingen maken over bepaalde journalistieke zeden, waarbij alle middelen zijn toegelaten om de tegenstrever te treffen, maar daar willen we het niet te veel over hebben. Het minste dat je daarover zegt wordt met gemak geïnterpreteerd als een aanval op de persvrijheid. Ze doen dus maar bij La Dernière Heure.

Maar laat het ons hier even hebben over het toch wel merkwaardige gedrag van een geneesheer, die zich zomaar voor een politieke kar laat spannen en de ene fantastische uitspraak na de andere doet. De arts uit de streek van Waver in Waals-Brabant doet blijkbaar een poging om het wereldrecord overtredingen tegen de medische plichtenleer te breken. Het Guinness Book of Records wenkt.

Volgens de ‘Algemene plichten van de geneesheer’ is de uitoefening van de geneeskunde bij uitstek een menslievende opdracht. Daarbij moet hij de onaantastbare rechten van de menselijke persoon eerbiedigen in alle omstandigheden. Heel eerbiedig klinkt het relaas van dokter Hayez alvast niet.

De arts moet ook al zijn patiënten “even gewetensvol verzorgen, ongeacht hun sociale stand, hun nationaliteit, hun overtuiging, hun faam en zijn persoonlijke gevoelens jegens hen”. Dat de heer De Wever niet echt zijn patiënt is maakt daarbij geen verschil.

Een arts moet zich ook bewust zijn van zijn sociale plichten tegenover de gemeenschap. Hij moet dus correcte informatie verschaffen. En hij mag ook geen daden stellen die de eer of waardigheid van het beroep zouden kunnen schaden. Ook dat staat in de deontologische code van de arts.

Belangrijk in de plichtenleer is het artikel (16) dat bepaalt dat ‘geneesheren hun medewerking (mogen) verlenen aan de media met het oog op het verstrekken van medische informatie die belangrijk en nuttig kan zijn voor het publiek’. De nuttigheid is hier dan wellicht een politiek nut, maar de geneesheer moet in dat geval voorafgaandelijk de provinciale raad inlichten over zijn medewerking aan de media. Het is zeer twijfelachtig of de provinciale orde van Waals-Brabant op de hoogte was van de informatie die de dokter zo kwistig leverde aan La Dernière Heure.

De arts zal, behalve in gevallen met een duidelijke therapeutische weerslag, zich onthouden van elke inmenging in de familiale aangelegenheden van de patiënt en hij zal zijn filosofische, godsdienstige of politieke overtuiging niet kwetsen. De Waverse arts leutert maar wat over de kinderjaren van de heer De Wever en verwart in al zijn ijver zelfs vader en grootvader De Wever.

Het beroepsgeheim van de arts omvat alles wat hij heeft gezien, gehoord, vernomen, vastgesteld, ontdekt of opgevangen heeft tijdens of bij gelegenheid van de uitoefening van zijn beroep. Dat geldt ook als hij alleen maar wat foto’s van de ‘patiënt’ zou hebben gezien. Het beroepsgeheim is blijkbaar van geen tel meer.

Een arts moet zich bewust zijn van de grenzen van zijn kennis en mogelijkheden. De arts in kwestie slaagt er in dit geval in een diagnose te stellen zonder de ‘patiënt’ te hebben gezien. Dat is werkelijk grensverleggend.

Als dit allemaal zomaar kan is het niet denkbeeldig dat het voorbeeld navolging krijgt in de vulgariserende media. Zo kan men dan elke tegenstrever onderuit meppen. Het zou niet slecht zijn dat men een dergelijke verloedering van de plichtenleer een halt toeroept. Daarom zal ik hierover een advies vragen aan de Orde van Geneesheren. Daarom zal ik mijn voorzitter aanraden klacht in te dienen bij de Orde van Geneesheren.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is