U bent hier
Peter Dedecker over rol van Dexia in Panama Papers: “Niet verrast, wel verontwaardigd”

Kamerlid Peter Dedecker is weinig verrast maar des te meer verontwaardigd over de betrokkenheid van Dexia bij het opzetten van offshoreconstructies in belastingparadijzen. “Een grondige doorlichting van die praktijken dringt zich op”, vindt Dedecker, die de verantwoordelijken in het parlement op het matje wil roepen. Tegelijk roept hij minister van Financiën Johan Van Overtveldt op om voluit te gaan in dit dossier: “Het is zeer goed dat de BBI de onthullingen uit de Panama Papers met de grootste prioriteit zal behandelen.”
Via het dochterfiliaal Experta van Dexia Banque Internationale à Luxembourg (Dexia BIL) hielp ook Dexia jarenlang om vermogens in Luxemburg en Zwitserland te parkeren via Panamese schermvennootschappen. Die praktijken startten al in de jaren negentig, toen BIL nog in handen was van de door politici gecontroleerde Gemeentelijke Holding. En diezelfde praktijken werden gewoon verdergezet, ook nadat BIL in 1999 helemaal was opgegaan in Dexia. Erger nog: zelfs na de redding van Dexia door de belastingbetaler in 2008 ging de bank ermee door, tot Dexia BIL in 2012 werd verkocht.
Eerder raakte trouwens ook al bekend dat verzekeraar DVV, toen nog in handen van het ACW maar vandaag een onderdeel van Belfius, in de jaren tachtig lucratieve deals afsloot op belastingparadijs Barbados. Deals die eveneens bleven bestaan na de redding van Dexia in 2008, en zelfs nog verlengd werden vlak voor de nationalisering van Belfius. “Dit alles getuigt van schaamteloze normvervaging”, reageert Dedecker scherp. “Zowel de politici van de Gemeentelijke Holding als het ACW waren duidelijk niet vies van schimmige fiscale constructies. Meer nog, hier blijken ze zelfs pioniers erin te zijn! Terwijl net zij het goede voorbeeld zouden moeten geven en voor fiscale transparantie op de barricaden zouden moeten staan.”
Voortrouw nemen in fraudebestrijding
“De verantwoordelijken moeten tekst en uitleg geven in het parlement”, vindt Dedecker. “Het kan niet dat de belastingbetaler een bank redt, waarbij diezelfde bank haar vermogende cliënten helpt om belastingen te ontduiken. Zo helpt zij die cliënten in feite te stelen van alle burgers die wel correct hun belastingen betalen en diep in de buidel moesten tasten om de bank te redden.” Tegelijk vraagt Dedecker dat deze regering haar voortrekkersrol nog zou versterken op het vlak van transparantieverbetering en dus het vermijden van belastingontduiking, zoals zij dat onder impuls van de N-VA eerder al deed via het automatisch uitwisselen van belastingdeals of rulings. “Ook op het belasten van inkomsten uit legale offshoreconstructies moeten we verder inzetten”, besluit Dedecker. Met de kaaimantaks toonde de N-VA ook daar reeds de kracht van verandering.