U bent hier
Lichtpuntje in strijd tegen detacheringsfraude

Onder de vorige staatssecretaris voor fraudebestrijding, John Crombez, werd de bestaande Europese bemiddelingsprocedure voor geschillen in verband met A1-attesten nauwelijks gebruikt. Nochtans is het één van de weinige middelen die ingezet kunnen worden om onechte detacheringen aan te pakken. De huidige staatssecretaris, Bart Tommelein, liet bij zijn aantreden verstaan dat hij de techniek wél meer wilde benutten. Wouter Raskin zocht uit of de staatssecretaris woord hield.
Gedetacheerde werknemers moeten in het bezit zijn van een A1-attest. Dat geeft aan onder welk stelsel van sociale zekerheid de werknemer valt. Het bepaalt dus in welk land sociale bijdragen moeten betaald worden. Het attest is bindend voor de autoriteiten van het land waarnaar de werknemer wordt gedetacheerd. Dit betekent dat het niet eenzijdig kan ingetrokken worden. Bij een vermoeden van fraude kunnen landen wel een beroep doen op een Europese bemiddelingsprocedure, die bestaat uit drie fasen.
Staatssecretaris Tommelein gaf de sociale inspectiediensten alvast de opdracht om meer systematisch deze procedure te gebruiken. Met succes. België is de allereerste Europese lidstaat die dossiers in de derde fase van de bemiddelingsprocedure heeft gebracht. Bovendien slaagde ons land er in om verschillende A1-attesten te laten intrekken. In 2014 werd de procedure opgestart in 107 dossiers. Dat leidde tot de intrekking van het A1-attest van 1285 gedetacheerde personen. In 2015 ging het al om 213 dossiers en 3223 gedetacheerde personen wier attest ongeldig werd verklaard.