U bent hier
Verstikkend België
Vlaanderen is, net als Wallonië, ook op democratisch vlak beter af zonder België, meent Peter De Roover. Want hoe minder België, hoe minder communautair gebakkelei. Via overleg tussen de gewesten kan de besluitvorming een pak efficiënter verlopen.
Dat het Belgische niveau een democratische noodzaak zou vormen, zoals Stefan Rummens stelt (DS 15 september), klinkt uitdagend omdat die bewering haaks staat op wat ik beweer: Vlaamse autonomie geeft vanuit democratisch oogpunt een geweldige winst.
Al zolang het algemeen stemrecht bestaat in dit land blijkt dat de gemiddelde Vlaamse kiezer in zijn politieke voorkeur sterk afwijkt van de gemiddelde Waalse kiezer. Het mag dan ook niet verbazen dat er spontaan een aparte partijvorming ontstond. Die gemiddelde afwijkende politieke keuzes hoeven geen probleem te zijn, zolang die verschillen ook tot uiting komen in het beleid. Daar knelt op het Belgische niveau het schoentje, en dat is onmiskenbaar een democratisch deficit.
Uiteraard zijn de Belgische gewesten verweven met elkaar, zoals Rummens betoogt. Die verwevenheid bestaat ook met andere gebieden, maar door het Belgische feit is die hier soms intenser. Vandaar ook de noodzaak aan nauwe samenwerking tussen overheden, niet alleen binnen de Belgische ruimte trouwens - mobiliteit is daar een goed voorbeeld van. Zo vind je oplossingen, via de zogenaamde intergouvernementele weg van overleg en samenwerking tussen gewesten. Volgens Stefan Rummens ligt daar het democratisch tekort, omdat elke discussie dan communautair wordt. Het is nog maar de vraag of het probleem daarvan democratisch is. Nochtans is de rechtstreekse invloed van de kiezer in grotere verbanden veel meer schijn dan realiteit.
Communautaire vervuiling
Uiteraard bestaat hét 'Vlaamse' belang in vele dossiers niet. Daarom organiseren we in Vlaanderen verkiezingen. Maar Rummens' 'proletariërs aller landen, verenigt u light'-betoog veronderstelt natuurlijk net zo goed de opheffing van de Belgische staat. Een Vlaamse werkloze heeft in die redenering ook meer gemeen met een Nederlander zonder werk dan met een Waalse ondernemer.
De vrees van Rummens dat zo'n intergouvernementeel overleg altijd in communautaire termen zal worden gevoerd, durf ik ook te betwisten. Bevoegdheden die gesplitst zijn, worden net veel meer inhoudelijk aangepakt, zoals onderwijs bewijst. Het is binnen de Belgische context dat alle discussies snel een communautaire inslag krijgen. Hoe minder België, hoe minder communautair gebakkelei tussen noord en zuid, zo leren de feiten. Vóór het overleg tussen de overheden vindt binnen de (deel)staten een inhoudelijk debat plaats zonder communautaire vervuiling.
De kern van de democratie bestaat erin dat de mensen een beleid krijgen dat een weerslag vormt van hun keuzes in het stemhokje. In België lukt dat minder dan in Vlaanderen (of Wallonië). We noemen dat heterogeniteitskosten.
Plussen en minnen
Een overtal aan overheden leidt dan weer tot efficiëntiekosten. Die betalen we vandaag in de extreem ingewikkelde structuur die België heet, met overdreven veel parlementen bijvoorbeeld. Ik noemde dat fenomeen eerder bestuurlijke filevorming.
De prijs die moet worden betaald voor het noodzakelijke overleg tussen verschillende overheden (ook in de Europese Unie) heeft te maken met (een gebrek aan) schaalvoordeel. De democratische rekening is dan ook altijd een saldo van plussen en minnen. Meer Vlaamse autonomie geeft aan de pluskant lagere heterogeniteitskosten en efficiëntiewinst. Op de derde schaal scoren we dan minder.
Dat Belgische niveau worstelt met hoge democratische heterogeniteitskosten en - in de huidige vorm - een verstikkend efficiëntienadeel. Aan de pluszijde oogt het minieme schaalvoordeel - beweren dat België op dat punt zo'n geweldig verschil maakt, gaat wel erg ver - te schraal om de balans te doen overhellen. Om op dat laatste punt wat voordeel te halen, lijkt Europa meer te bieden.