Identiteitsfraude stijgt: "Waar blijft de referentieambtenaar?"

Tot op heden heeft slechts dertien procent van de Vlaamse gemeenten een referentieambtenaar aangesteld ter bestrijding van identiteitsfraude: nochtans één van de prioriteiten van Jan Jambon, minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken (N-VA). Bij eventuele fraudegevallen is die lokale expert in identiteitsfraude een belangrijk aanspreekpunt voor het Rijksregister en de FOD Binnenlandse Zaken. Minister Jambon beloofde alvast een nieuwe omzendbrief rond te sturen. De bedoeling is immers dat alle steden en gemeenten zo’n ambtenaar hebben aangeduid tegen uiterlijk 30 september.

Uit cijfers die N-VA-Kamerlid Renate Hufkens opvroeg bij de minister, blijkt dat het aantal gevallen van identiteitsfraude in België vorig jaar is gestegen naar 4.669: zo’n zes procent meer dan het jaar voordien. Die identiteitsfraude is vaak het begin van verdere criminele acties, zoals fraude met sociale uitkeringen, fiscale en financiële fraude.

Lokaal aanspreekpunt

Om dubbele nationaliteiten en zelfs identiteiten sneller op te sporen, werd al in de vorige regeerperiode de aanstelling van een referentieambtenaar opgelegd. Die heeft als taak identiteitsgegevens te verwerken, maar vormt vooral een belangrijk lokaal aanspreekpunt bij eventuele fraudegevallen. “Lokale besturen en in het bijzonder hun dienst bevolking komen bij aanvraag en aflevering van identiteitspapieren als eersten in aanraking met mogelijke fraude”, aldus Hufkens. “Belangrijk is dat zij die kunnen detecteren en zo snel mogelijk signaleren aan de diensten van Binnenlandse Zaken.”

Omzendbrief

Vandaag  hebben slechts 42 van de 308 Vlaamse gemeenten een referentieambtenaar aangesteld. Daarom gaat minister Jambon een nieuwe omzendbrief rondsturen, ter herinnering én aanmaning. “Gemeenten kunnen een ambtenaar die nu al bij hen in dienst is, die functie deeltijds of voltijds laten invullen. Maar ook nieuwe aanwervingen zijn mogelijk. Hopelijk geven de gemeenten snel gehoor aan de nieuwe oproep van de minister, zodat de samenwerking tussen onze lokale besturen en Binnenlandse Zaken vlot blijft verlopen,” besluit Hufkens.