U bent hier
Eén Jaar Vooruitgang
De eerste wetsvoorstellen en resoluties zijn ingediend, de eerste vragen zijn gesteld en de meesten hebben er hun eerste optreden op het spreekgestoelte van het parlement al opzitten, al dan niet met spiekbriefje. Het Belang van Limburg publiceerde een interview met de Limburgse parlementsleden over hun allereerste jaar in het parlement. Ook Wouter deelt zijn ervaringen.
Wouter Raskin uit Bilzen komt uit een politiek nest. "Mijn vader zat al in de Volksunie, Evrard Raskin (schepen en volksvertegenwoordiger, nvdr) is mijn oom. Thuis ging het altijd over politiek. Ik werk ook al sinds 2010 voor de N-VA en in Bilzen ben ik voorzitter van de gemeenteraad."
"Die eerste maanden in de Kamer heb ik toch met grote ogen zitten kijken naar dat parlement. Een wereld met eigen tradities. Zo vind ik dat de debatten vaak verschrikkelijk lang duren. Dat zal de Latijnse cultuur wel zijn, zeker? Dat kan volgens mij veel efficiënter en daar heb ik het met de oppositie ook al over gehad. Dat debat over deindexsprong heeft bijvoorbeeld de hele nacht geduurd in de commissie en in de plenaire is dat nog eens helemaal overgedaan. We zouden ook één debat ten gronde kunnen voeren, vind ik."
"Ik zit nu in de commissie sociale zaken en in die van infrastructuur. Ik hou me bezig met bijvoorbeeld de NMBS en met de Limburgse spoorverbinding. De ontsluiting naar het noorden (Hasselt-Neerpelt) is voor mij de absolute prioriteit."
Is hij al van voor vragen mogen gaan stellen in de plenaire? "Nee, want we zijn met een zeer grote fractie en we mogen maar twee vragen per plenaire stellen. Als ik een vraag zou willen stellen aan Bart Tommelein over sociale zaken, dan komt die ook helemaal achteraan, want Tommelein is een staatssecretaris en geen minister, daar haal je dan ook niet de pers mee. Geeft ook niet, ik probeer via mijn dossiers zichtbaar te zijn."