U bent hier
Zwarte blom op 't geluw veld
Zo noemde Guido Gezelle de leeuw van sabel op een veld van goud, symbool van het graafschap Vlaanderen en sinds de 19e eeuw van de Zuid-Nederlandse gewesten die wij vandaag Vlaanderen noemen. Met de aaibaarheid of het gebrek eraan van de koning der dieren had Gezelle zo te merken niet zoveel moeite. Naarmate Vlaanderen zijn autonomie versterkt steken in onze tijd echter allerlei leofobe strekkingen de kop op. Soms uit eerlijke bezorgdheid, vaker uit anti-Vlaamse dan wel meer algemeen anti-identitaire rancune. Dat kan zich uiten in een tirade tegen de het klauwende karakter van het Vlaamse symbool, dan wel in een poging het te onteigenen door er een niet-autochtone en bij voorkeur Arabische oorsprong aan toe te kennen.
Laat me met het laatste beginnen: de leeuw was in gebruik in de grafelijke familie van Vlaanderen sedert minstens 1158 en kan dus onmogelijk pas meegekomen zijn met de kruistocht die Filips van den Elzas eerst in 1177 ondernam. De leeuw was reeds vrij ruim in zwang in de heraldiek in onze contreien, aangezien hij figureert op het tapijt van Bayeux uit 1068 dat de slag bij Hastings afbeeldt, en waar dieren werden afgebeeld op de wapenschilden en op de pennoenen aan de lansen.
Die laatste is wel geen klimmende leeuw en dus allicht een luipaard – misschien een iets geschikter symbool voor vadsige Vlamingen vandaag.
In de literatuur in de middeleeuwen was de leeuw prominent aanwezig, ook al was dat grotendeels door erfenis uit de klassieke oudheid – denk aan de fabels van Aesopus, de dierenriem, en het Christendom – de leeuw van Juda en de leeuw van de evangelist Marcus -. Als de leeuw al uit het Oosten zou zijn gekomen, dan in ieder geval uit het christelijke Oosten (Byzantium) aangezien de islam het afbeelden van levende wezens verbiedt, en lang voor de kruistochten (de leeuw van Sint-Marcus is in Venetië aanwezig sinds minstens 828); maar veel waarschijnlijker is dat de leeuw sedert de Romeinen symbolisch altijd onder ons heeft gewoond; in de 11e eeuw waren we overigens al aan de negende paus van die naam (Leo IX).
De reden waarom de Vlaamse graven zoals vele andere landsvorsten voor een leeuw kozen, is voor een beetje kenner van de geschiedenis ook niet moeilijk te vatten. De adelaar was het symbool van de keizer, dus van het Heilige Roomse rijk, en zeer vele landen die hun autonomie tegenover de keizer wilden beklemtonen kozen de leeuw als een minstens even machtig dier. Dat gebeurde vooral in de randgebieden van het Rijk, waaronder Brabant en Vlaanderen, maar onder meer ook in Engeland en Schotland en Scandinavië.
In een tijd waarin Vlaanderen erover moet waken zijn mannetje te staan in de Europese Unie van vandaag en de Belgische moeder, anders dan de leeuwin uit de Physiologus, liever heeft dat haar welpjes sterven en geen leven wordt ingeblazen, blijft de leeuw duidelijk voor Vlaanderen een passende vaan.
Deze column verscheen licht anders in Doorbraak november 2011.