Vlaamse Regering bespaart jaarlijks half miljoen euro op medewerkers ex-ministers

De Vlaamse Regering heeft, op voorstel van minister-president Geert Bourgeois, de organisatie van de eigen ministerkabinetten hervormd. De belangrijkste aanpassing betreft de aanwerving van personeel voor gewezen ministers. Daarnaast is de benoemings- en ontslagprocedure van kabinetsmedewerkers vereenvoudigd.

In het verleden kon een uittredend regeringslid zonder ministeriële of parlementaire functie aanspraak maken op twee medewerkers voor een periode van ruim vijf jaar. Voortaan heeft die persoon nog slechts recht op één medewerker gedurende maximum twee jaar. Uittredende regeringsleden die wel nog een parlementair mandaat uitoefenen, zoals de gewezen sp.a-ministers Freya Van den Bossche en Ingrid Lieten, hebben zelfs helemaal geen recht meer op een medewerker. Bij wijze van overgangsregeling vallen hun medewerkers dit jaar wel nog onder de oude regeling. Maar vanaf volgend jaar geldt ook voor hen het nieuwe regime. Met die maatregel alleen al bespaart de Vlaamse Regering tot 500.000 euro per jaar (zie tabel voor een vergelijking).

Ook de benoemings- en ontslagprocedure van kabinetsmedewerkers is vereenvoudigd. Zo is de regel dat een minister bevoegd is voor de benoeming en het ontslag van zijn kabinetspersoneel, nu ook van toepassing op zijn kabinetschef en adjunct-kabinetschef. Die functies vormden tot hiertoe immers een uitzondering op die regel. Hun in- en uitdiensttreding dient wel nog gemeld te worden aan de Vlaamse Regering.