U bent hier
Turkije is niet klaar voor de Europese Unie
Binnen de Europese Unie woedt al meer dan een decennium de discussie of Turkije al dan niet kan toetreden tot de EU. Sinds de Europese Raad van Helsinki in 1999 is Turkije een kandidaat-lidstaat en sinds 2005 voert het land ook toetredingsonderhandelingen met de EU. Wij zeggen: "Neen, Turkije is er niet klaar voor en de Unie moet niet verbreed worden, maar verdiept!"
Seculier en democratisch
Voorstanders van de toetreding zullen zeggen dat het opnemen van een moslimland in de Unie onze geloofwaardigheid in het Midden-Oosten alleen maar kan vergroten. Dat Turkije op die manier, nog meer dan nu, een baken van democratie zal zijn in een regio die voornamelijk bestaat uit landen bestuurd door een totalitair regime. Turkije als seculier voorbeeld voor de Arabische wereld.
Štefan Füle, Tjechische EU-Commissaris voor de Uitbreiding, zei onlangs dat onderzoek uitwijst dat Turkije gezien wordt als een rolmodel voor de regio en als levend bewijs dat islam en democratie niet incompatibel zijn. Hij stelde dat er geen 'Plan B' was, geen alternatief voor de toetreding van Turkije als lidstaat van de Europese Unie. "De regels van het spel zijn uitermate duidelijk", zei hij. "We moeten ons er aan houden en het aantal hoofdstukken waarover onderhandeld moet worden (voor de toetreding van Turkije tot de EU) beperken".
Het seculiere karakter van Turkije, ingevoerd door Mustafa Kemal Atatürk, de eerste president van de Republiek Turkije, wordt tegenwoordig echter door de regerende AK-partij de facto teruggeschroefd. Officieel wordt er niet geraakt aan de scheiding tussen kerk en staat, maar in de praktijk wordt het hoofddoekenverbod op publieke scholen niet langer nageleefd en wordt de consumptie van alcohol "verbannen" naar een beperkt aantal districten en afgebakende zones. De AK-partij heeft haar wortels immers in de radicale islam en tracht op een niet-geofficialiseerde manier haar invloed en die van de islam in de Turkse maatschappij te vergroten.
Cyprus
Toch zijn er ook heel wat andere argumenten om Turkije niet toe te laten tot de Europese Unie. Vooreerst is er de bereidwilligheid van Turkije om een oplossing te vinden voor 'het probleem Cyprus'. Het noorden van Cyprus, een EU-lidstaat, wordt nog steeds bezet door een regime dat enkel door Turkije wordt erkend. Nadat het zuidelijke, 'Griekse' deel van Cyprus in een referendum op 24 april 2004 een hereniging van het eiland verwierp (24,17% was voor een hereniging 75,83% was tegen terwijl in het 'Turkse' noorden 64,90% voorstander van een herenigd Cyprus was) is het geduld van Turkije in deze kwestie blijkbaar op.
In een recent interview waarschuwde Egemin Bağiş, de Turkse minister voor Europese Zaken de bevolking van Cyprus (een staat die door Turkije, ondanks de toetredingsonderhandelingen, nog steeds niet wordt erkend) dat zij de gevolgen van een niet-toetreding van Turkije moesten in overweging nemen: "Ik suggereer dat de Cypriotische Grieken denken aan wat we zullen doen als Turkije niet toetreedt tot de EU in plaats van wat zou gebeuren als het wel toetreedt".
Migratie en visumplicht
Momenteel voert Turkije gesprekken met de EU over een visumliberalisering. Turkije eist dat er een vrijstelling komt in de visumplicht voor Turkse burgers om de EU en dan vooral de Schengenzone te bezoeken. Volgens Egemin Bağiş heeft Turkije genoeg van loze woorden en vage beloftes. Het opheffen van de visumplicht zou Turken aanzetten zich meer ‘Europees’ te voelen. Bağiş verklaarde dat de EU geen migratiegolf hoeft te vrezen als Turkse burgers visumvrij naar de EU en de Schengenlanden kunnen reizen. Turken zouden immers vooral op vakantie willen gaan, studeren en familie bezoeken in de EU. De migratiecijfers spreken dit verhaal echter tegen.
Turkije heeft het zichzelf, door het aangaan van visumvrije overeenkomsten met onder meer Iran, Syrië, Jemen, Libië, Libanon, Marokko en Tunesië, uiteraard ook heel wat moeilijker gemaakt dan de kandidaat-lidstaten in de Balkan die wel reeds visumvrij het Europese grondgebied mogen betreden. Dat Turkije deze visumvrijstelling tenslotte koppelt aan het Turkse engagement vluchtelingen op te nemen, die via de Turks-Griekse grens de Europese Unie illegaal binnenkomen, zorgt ervoor dat de vraag naar een gunstiger visumregime eerder gezien wordt als diplomatieke chantage dan als een legitieme eis van een land dat ooit een lidstaat van de EU zou kunnen zijn.
N-VA-standpunt
Het standpunt dat de N-VA al jaren handhaaft ten opzichte van de toetreding van Turkije tot de EU blijkt de toets met de werkelijkheid te doorstaan: Turkije is niet klaar om toe te treden tot de EU. Het voorbije decennium is de EU spectaculair gegroeid (van 15 lidstaten vóór 2004 naar 27 lidstaten in 2007). In deze context is verdieping van de Unie en haar instellingen nodig, niet verbreding. Het Europese huishouden dient dringend op orde te worden gezet. De toetreding van een land als Turkije zal dit allerminst bevorderen.