U bent hier
Toogpraat
Liet het Centrum in elk Vlaams café iemand postvatten om racistische praat te onderscheppen, de begroting was uit de rode cijfers.
Vorige week diende een politiecommissaris klacht in tegen het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding (CGKR) wegens... racisme. Een medewerker van het CGKR zou zich tijdens een vormingsactiviteit denigrerend hebben uitgelaten over Joden als zijnde rijke mensen die met alles wegkomen en het schuldgevoel over de Holocaust misbruiken. Het CGKR legde op zijn beurt klacht neer tegen de commissaris bij de Algemene Inspectie van de Federale en de Lokale Politie wegens provocatie. De commissaris diende daarop dan weer een strafklacht in tegen Jozef De Witte wegens laster en eerroof.
De verdediging van het CGKR luidt dat de uitspraken van de medewerker uit de context werden getrokken. Dat is ironisch genoeg exact de verdedigingslijn van zowat iedereen die door of voor het CGKR zelf wordt aangeklaagd. Soms gaat het CGKR vlot mee in die redenering. Toen de komiek Alex Agnew zich in P-Magazine afvroeg 'waarom we aan de Joden maar sorry blijven zeggen voor het feit dat ze zich hebben laten afmaken in concentratiekampen in plaats van te sterven met een geweer in hun handen zoals mijn grootvader', stelde het CGKR dat de betrokkene deze woorden had uitgesproken in zijn hoedanigheid van komiek. Ook de Zwinkrant kwam verbazend goed weg toen ze in augustus een afgrijselijk artikel opnam over de Joodse bezoekers van Knokke met onder meer de zinsnede: 'Smousen en nazi's, één pot nat. Übermenschen, het zal wat.' De Witte reageerde laconiek: 'Het is niet omdat sommige mensen een probleem met iets hebben, dat het strafrechtelijk vervolgd moet worden.' De Wittes voorganger Johan Leman betreurde dat omdat het CGKR de indruk kon wekken niet zwaar te tillen aan antisemitisme.
Inderdaad, want wie andere bevolkingsgroepen beledigde, werd niet altijd met fluwelen handschoenen aangepakt. In 2006 wandelde een stomdronken huisschilder een frituur binnen. Hij betaalde zijn rekening niet en beet in het voorbijgaan een zongebruinde man - geen vreemdeling - toe dat die moest terugkeren naar zijn eigen land. Die opmerking werd in het proces verbaal opgenomen om te illustreren hoe dronken de kerel wel niet was. De frituurbaas noch de beledigde man namen er op zich aanstoot aan. Maar het CGKR wel, want 'het volstaat dat een persoon in het openbaar uitspraken doet die aanzetten tot discriminatie, haat en geweld om gestraft te worden'. De schilder betaalde alsnog zijn frieten, maar zijn toogpraat leverden hem een veroordeling op van vier maanden effectief en een boete van 1.650 euro. Liet het CGKR in elk Vlaams café een medewerker postvatten, de begroting was gelijk uit de rode cijfers. Het mag dus toch niet verwonderen dat het CGKR meer en meer voorwerp wordt van spot en satire.
Hetzelfde lot onderging in de VS het House Committee on un-American Activities. Opgericht om het communisme te bestrijden, gleed het af tot een ideologisch tribunaal dat zelf ging bepalen wat politiek laakbaar was en wat niet. In de jaren 40 en 50 brandmerkte het veel Amerikanen met de beschuldiging van communisme. Talloze mensen verloren hun baan, de media begonnen zichzelf te censureren om niet verdacht te worden en het intellectuele en artistieke klimaat werd repressief en conformistisch. Gaandeweg verloor het HCUA echter iedere geloofwaardigheid door zijn arbitraire optreden.
De getuigenissen van Jerry Rubin en Abbie Hoffman voor het HCUA gaven de doodsteek. De ene kwam opdagen in een uniform uit de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog, de andere als Kerstman. Bij een volgende gelegenheid kwam de ene alleen gehuld in een Amerikaanse vlag en werd prompt gearresteerd. De andere, alleen gehuld in een Noord-Viëtnamese vlag, schold de politie uit voor communisten omdat hij niet gearresteerd werd. Kon het HCUA in de jaren 50 mensen nog kraken, in de jaren 60 werd een aanklacht wegens communisme een geuzentitel. Het HCUA was de nationale risee geworden.
Ver van mij om te beweren dat het CGKR dezelfde weg zal opgaan. Maar de recente, absurde aanklacht van Filip Dewinter tegen de Vlaamse overheid wegens 'omgekeerd racisme' bij aanwervingen, wijst toch in de richting dat het CGKR nu al dient als handig forum voor eenieder die media-aandacht zoekt. Een groeiend deel van de publieke opinie ontwikkelt een grote argwaan tegen het CGKR vanuit de overtuiging die president Harry S. Truman zo treffend verwoordde: 'In a free country, we punish men for the crimes they commit, never for the opinions they hold.' Het latere eindoordeel van Truman over the House Committee on Un-American Activities was ongenadig: 'The most un-American thing that ever existed.' Jozef De Witte weze gewaarschuwd.