Sticky floor

Door Bart De Wever op 16 maart 2010, over deze onderwerpen: Economie, Ondernemen, Werken

Naar aanleiding van de internationale vrouwendag op 8 maart vulden de opiniepagina's van deze krant zich met diverse bijdragen over de positie van de vrouw in onze samenleving. Met name over het feit dat vrouwen nog steeds niet in verhouding tot hun aantal vertegenwoordigd zijn in leidinggevende functies. Opvallend daarbij is dat geen enkele man van zich liet horen. Met uitzondering dan van Rik Torfs, maar die wou de wereld vooral laten weten dat zijn gevoel van mannelijkheid ophoudt bij de empirische vaststelling dat hij geen vrouw is.

Mannen met iets meer last van hun testosteron doen er kennelijk liever het zwijgen toe. Dat kan iets te maken hebben met de bijdragen van Mia Doornaert - kort samengevat: wij vrouwen worden door egoïstische mannen nog steeds van onze rechten naar onze aanrechten teruggedrongen - die allicht veel mannelijk appetijt tot spreken teniet deed. Een man die het wereldwijde chauvinisme van zijn eigen soort tegenover vrouwen - zo treffend vastgelegd in denigrerende uitdrukkingen als 'Kinder, Küche, Kirche' - tracht te loochenen, waagt zich immers op bijzonder glad ijs.

De verwijtende woorden van Doornaert waren overigens nog niet koud of in Nederland gaven van de weeromstuit toppolitici Wouter Bos en Camiel Eurlings ontslag om dringend meer voor hun gezin te kunnen zorgen. Gelukkig waren er seksegenoten van Doornaert die het voor de mannen, of toch minstens voor hun eigen echtgenoot, wilden opnemen en in verschillende bijdragen aandacht vroegen voor andere verklaringen zoals de rigiditeit van onze arbeidsmarkt.

Bijna twintig jaar geleden al verving sociologe Catherine White Berheide het bekende 'glazen plafond' (waar vrouwen tegenaan botsen op hun weg naar boven) als meest relevante obstakel door 'the sticky floor', zijnde een gamma van factoren die vrouwen meer dan gemiddeld vasthouden in minder betaalde en verzorgende jobs. Zelf ben ik als man in een leidinggevende functie met een thuiswerkende echtgenote buitengewoon slecht geplaatst om hier nog iets aan toe te voegen. Laat ons daarom maar eerst en vooral ootmoedig bekennen dat mannelijk chauvinisme op de arbeidsmarkt wel degelijk nog bestaat en dat vrouwen daarom vaak niet krijgen waar ze recht op hebben.

Er bestaat nochtans geen enkele topjob waarvoor men geen vrouw kan vinden die ze niet minstens even goed kan uitoefenen dan een man. Discriminatie van vrouwen op de werkvloer is dus dom en moet actief bestreden worden. Daarnaast moet het beleid alle inspanningen doen om de arbeidsmarkt zo te organiseren dat vrouwen op vlak van carrière niet ongewild slachtoffer worden van hun unieke gave om nageslacht op de wereld te zetten. In Vlaanderen zijn tweeverdieners de norm geworden en dit zal onvermijdelijk zo blijven in de nabije toekomst. De combinatie van arbeid en gezin helpen mogelijk maken, moet derhalve door het beleid centraal gesteld worden.

De vraag blijft echter of we, na het doorbreken van het glazen plafond en het opkuisen van de kleverige vloer, ooit wakker zullen worden in een wereld waar mannen en vrouwen respectievelijk evenveel leidinggevende als verzorgende taken zullen uitoefenen. Volgens het recente boek Mannelijkheid van filosofieprofessor Harvey C. Mansfield (Harvard) is het antwoord negatief. Mansfield betoogt dat het dogmatisch streven naar een sekseneutrale samenleving het bijna onzegbaar heeft gemaakt dat mannelijkheid en vrouwelijkheid nu eenmaal wezenlijk van elkaar verschillende realiteiten zijn.
Zo werd de Antwerpse burgemeester in 2003 publiekelijk weggehoond door vrijwel alle vrouwen uit zijn gemeenteraad toen hij stelde dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn in de politiek omdat vrouwen onvoldoende netwerken. Zijn boude stelling wordt nochtans ondersteund door het eerder aangehaalde onderzoek van Berheide. Er werd sinds de jaren zestig veel wetenschappelijk onderzoek ondernomen om aan te tonen dat verschillen tussen de seksen voornamelijk sociaal geconstrueerd zouden zijn, maar men faalde telkens jammerlijk in dat opzet.
Het streven naar gelijkheid volgens het klassieke feminisme bleef desondanks voetstoots op dat uitgangspunt staan. Waardoor het paradoxaal genoeg vaak degradeerde tot de poging om vrouwen massaal mannelijk gedrag te laten kopiëren. Iets wat gedoemd is om te mislukken aangezien een mannelijke manier van denken gemiddeld nu eenmaal veel meer eigen is aan mannen dan aan vrouwen, en vice versa uiteraard.

Heel simpel gesteld: er zullen gemiddeld altijd meer macho's dan macha's zijn, net zoals er gemiddeld altijd meer zorgzame moeders dan zorgzame vaders zullen zijn. Gelijkheid, of beter gelijkwaardigheid, tussen de seksen kan dus niet alleen bereikt worden door het opruimen van alle obstakels voor vrouwen die leidinggevende jobs ambiëren. Er moet ook in de andere richting worden gewerkt. Met name door veel meer waardering te gaan opbrengen, zowel maatschappelijk als financieel, voor taken die meer dan gemiddeld door vrouwen worden gekozen. Wie uit de klassieke arbeidsmarkt stapt om voor het gezin te zorgen - en dat zullen moeders gemiddeld meer blijven doen dan vaders - verdient dus echt veel beter dan om door Mia Doornaert tot slachtoffer te worden gedegradeerd.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is