U bent hier
Romantisch gedweep
'Wie afkickt, krijgt lekkers.' Onder die titel verhaalde De Standaard (13 oktober) over het experiment van Dagcentrum De Sleutel uit Mechelen om jonge cannabisverslaafden financieel te belonen als ze clean blijven. De jongeren krijgen waardebons als ze tijdens de therapie negatieve drugstests afleggen. Dezelfde methode is eerder toegepast door het Gentse drughulpcentrum De Kiem voor cocaïneverslaafden. Het bleek dat de gebruikers driemaal meer kans maakten om niet in hun slechte gewoonte te hervallen dan met de klassieke therapie om af te kicken, en dat ze minder psychologische problemen ondervonden.
Eind vorige eeuw werd deze contingency management therapy ontwikkeld in de VS en toegepast in programma's om leerachterstand in te halen, om jongeren aandachtig te laten zijn in de klas, om stotteren te verhelpen, om delinquente jongeren op het rechte pad te brengen en cocaïneverslaafden te helpen afkicken. Het bleek telkens een effectieve methode.
De projecten van De Kiem en De Sleutel konden aanvankelijk rekenen op de financiële ondersteuning van het Federaal Fonds ter Bestrijding van Verslavingen. De steun aan het project van De Sleutel werd echter stopgezet. Het centrum hoopt nu op een structurele ondersteuning door het Riziv.
Op het eerste gezicht lijkt het evident om die steun te geven. Een doeltreffende manier om jonge mensen te doen stoppen met drugsgebruik, wie kan daar tegen zijn? Ik alleszins niet. Maar toch wringt er iets. Er is iets fundamenteel hypocriets in onze maatschappelijke houding tegenover druggebruik. Terugbetaling door het Riziv impliceert dat we druggebruik als een ziekte beschouwen. Iets waar mensen het slachtoffer van kunnen worden buiten hun wil om.
Dat klopt natuurlijk niet. Zowel legale als illegale roesmiddelen gebruiken is geen lotsbestemming, maar een individuele keuze. Een keuze die genomen wordt in een vrijheid die onze samenleving feitelijk bijzonder koestert. Niemand mag ons verbieden te doen waar we ons goed bij voelen, ook al is dat misschien iets schadelijks.
Velen menen openlijk of heimelijk dat die logica eveneens moet gelden voor illegale drugs. Een huidig minister verklaarde in een vorig leven dat hij, indien verkozen tot senator, een 'pretsigaret' zou opsteken in de Hoge Vergadering. Andere politici maakten evenmin een geheim van hun gebruik van illegale roesmiddelen.
In de periode van paars-groen was er zelfs een opstoot om de cultuur van permissiviteit te verrijken met een legalisering van de zogeheten softdrugs. We weten nochtans uit ervaring dat de legale aanvaarding van roesmiddelen tot een onomkeerbare sociale aanvaarding leidt die de kans op verslavingen exponentieel vergroot. Het volstaat om de maatschappelijke balans op te maken van ons alcohol- en nicotinegebruik om er zich een idee van te vormen.
Maar de drang naar een absolute keuzevrijheid voor het individu is voor velen nu eenmaal groter dan het gezond verstand. Dat de wet een individuele keuze voor illegale drugs belet, prikkelt dit verkeerd ontwikkeld concept van maatschappelijke vrijheid. Bekende mensen die hun laarzen vegen aan het verbod, krijgen derhalve geen negatief maar een rebels en mystiek imago.
Van Janis Joplin, Jim Morisson, Herman Brood, Chet Baker, John Belushi, River Phoenix, Jotie T'Hooft en zoveel andere knuffeljunkies onthouden we vooral het spannende leven dat ze durfden te leiden, inclusief de mythe dat de culturele bijdrage die ze leverden, misschien mede aan hun druggebruik te danken was. Wie de documentaire Foo Fighters: back and forth bekijkt over de band die Dave Grohl opstartte na de dood van de drugsverslaafde Kurt Cobain, ziet nochtans hoe artistieke creativiteit door druggebruik wordt kapotgemaakt in plaats van gevoed.
Drugs behoren een losersimago te krijgen in plaats van een winnersimago. Als politici zelf een winnersimago geven aan drugs, is op het op zijn zachtst gezegd erg hypocriet om drugsverslaving te erkennen als een ziekte waarvoor het Riziv middelen moet uittrekken. Om drugs te bestrijden moeten we eerst en vooral stoppen met ons romantisch gedweep met het gebruik ervan.
De drugsgerelateerde strapatsen van Amy Winehouse werden wereldwijd met onverholen amusement gevolgd. Tot de dame dood in haar appartement werd teruggevonden. Toen werd ze plots een betreurd slachtoffer. They tried to make me go to rehab, I said no, no, no, zong ze. Het was schuldig verzuim daarmee te lachen in plaats van haar tijdig te dwingen om toch te gaan.