Primeert politiek in het Europees handelsbeleid?

Door Frieda Brepoels op 30 november 2010, over deze onderwerpen: Economie, Europese Commissie

Europees Commissaris voor Handel Karel De Gucht stelde recent zijn nieuwe strategie voor de Europese handelspolitiek voor. Het essentiële belang van de internationale handel voor de Europese economische groei werd daarbij fel onderstreept. "Europa moet assertiever zijn" klonk het, en ook "we moeten niet naïef zijn". Helemaal mee eens. Maar stroken de woorden van de Commissaris wel volledig met zijn beslissingen?

Neem nu bijvoorbeeld de kwestie Pakistan. De Europese Commissie kondigde begin oktober aan dat ze Pakistaanse exporteurs gedurende 3 jaar wil vrijstellen van een invoertaks op 75 producten, voornamelijk kledij en textiel. De maatregel moet het door overstromingen getroffen Pakistan in staat stellen elk jaar voor 100 miljoen EUR extra naar de EU te exporteren. Dit komt bovenop de 320 miljoen EUR noodhulp die reeds werd toegezegd na de overstromingen en de 398 miljoen EUR andere algemene hulp die in de periode 2007-2013 wordt gegeven (o.a. voor plattelandsontwikkeling en onderwijs). Voor alle duidelijkheid: gezien de extreme omvang van de ramp in Pakistan, is elke vorm van hulp welkom. Maar is het geven van handelsvoordelen wel het juiste antwoord op een natuurramp? Ik denk het niet, de negatieve reactie van de Europese textielsector was dan ook voorspelbaar!

Wat Pakistan echt nodig heeft is een meer competitieve en meer gediversifieerde economie. Investeren in capaciteitsopbouw zou voor Pakistan op langere termijn dan ook veel opportuner zijn. Ook is het hoogst merkwaardig dat de Commissie geen impactanalyse uitvoerde, a fortiori omdat de maatregel onmiddellijk voor 3 jaar van kracht zal zijn. Ondanks dit gebrek aan een transparante en correcte becijfering, is het niet moeilijk te voorspellen dat het effect op de Europese textielsector die al zwaar kreunt onder de crisis, nefast zal zijn. Door delokalisatie en de opkomst van nieuwe producenten in China, India en Turkije daalde de tewerkstelling in de Europese textielsector tussen 2002-2005 al met 40%. Dit betekende een verlies van 1,2 miljoen jobs en de sluiting van duizenden bedrijven, voornamelijk KMO's. Deze ad hoc maatregel zal nog eens duizenden banen kosten in Europa. Minstens enkele honderden hiervan zullen de Vlaamse textielindustrie treffen, die de laatste decennia haar tewerkstelling al zag dalen van 80.000 tot ongeveer 25.000 nu.

Wat de zaak nog complexer maakt, is het huidige tekort aan katoen waarmee onze textielsector kampt. De Gucht verkondigde in het Europees Parlement dat hij in ruil voor de handelsvoordelen aan Pakistan, een verzekerde toegang tot katoen zou afdwingen. Een doekje voor het bloeden zo blijkt, want hoe zal De Gucht dit garanderen wanneer heel wat van de Pakistaanse katoenvelden zich in de door de overstromingen getroffen regio bevinden en de kwaliteit van Pakistaans katoen voor de Europese sector in vele gevallen ondermaats is? Moeten we uit dit alles besluiten dat De Gucht onze textielsector nu helemaal heeft afgeschreven?

De hele kwestie legt echter ook een meer prangend vraagstuk bloot: zal de genomen maatregel een exponent van de nieuwe handelspolitiek na het Verdrag van Lissabon worden? Artikel 207 bepaalt immers dat "de gemeenschappelijke handelspolitiek wordt gevoerd in het kader van de beginselen en doelstellingen van het externe optreden van de Unie." De concrete invulling van deze paragraaf valt, minder dan een jaar na het van kracht worden van het Verdrag, nog af te wachten. Maar het voorbeeld van Pakistan doet alvast vermoeden dat het handelsbeleid in zeer grote mate vervlochten zal worden met politieke, humanitaire en veiligheidsoverwegingen. Zelfs in die mate, dat men zich kan afvragen of de overstromingsramp wel de echte reden is voor deze maatregel.

Het is immers al lang geweten dat Pakistan aanstuurt op een GSP+-status (waardoor het voor uitvoer naar de EU geen taksen meer zou moeten betalen). Die kreeg het tot vandaag niet, omdat het niet aan de criteria beantwoordt. Er werden in het verleden al meerdere pogingen ondernomen door De Guchts voorganger Mandelson om voor Pakistan gelijkaardige maatregelen af te dwingen op basis van anti-drugs en anti-terrorisme argumenten, maar die vonden toen geen gehoor. Ashton ging blijkbaar wel door de knieën voor de druk van verschillende lidstaten in de Raad. Vooral de rol van het Verenigd Koninkrijk is in deze belangrijk: de economisch intensieve relatie met oud-kolonie Pakistan en ook de geostrategische rol van het land spelen hierbij een rol. In zekere zin kan het huidige Commissievoorstel dan ook gezien worden als een soort GSP+-light, en eventueel zelfs als een toegangspoort naar een volwaardige GSP+-status in 2014, aangezien de Raad al aangekondigd heeft om de criteria te herzien.

De hele kwestie schept een gevaarlijk precedent en legt mogelijk een hypotheek op de toekomst van het handelsbeleid. Zal een dergelijke maatregel herhaald worden voor andere landen? De beslissing kan ook de Europese positie in de lopende onderhandelingen met Pakistans buurland India over een vrijhandelsakkoord ernstig verzwakken. Waarom zou India immers toegevingen doen op een ogenblik dat Pakistan dergelijke voordelen krijgt? Bovendien riskeert India door deze maatregel zelf ook een negatieve impact te ondervinden op zijn export naar Europa.

Een recente opiniepeiling van de Europese Commissie geeft aan dat jobcreatie in de EU zelf, prioriteit nummer één van het handelsbeleid moet zijn voor meer dan 60% van de Europeanen. Dit geeft aan dat bedrijfsleiders maar ook individuele burgers erg bekommerd zijn over de toekomst van de industrie in Europa. Uiteraard moeten ook andere doelstellingen in de handelsstrategie niet uit het oog worden verloren, zoals de ontwikkeling van derde landen. Er moeten doordachte keuzes worden gemaakt, het belang van een of andere lidstaat mag hierin niet primeren maar wel het algemeen Europees belang. De Gucht moet dus inderdaad niet naïef zijn en assertief optreden.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is