Postnatale depressie: systematische screening helpt taboe doorbreken

Postnatale depressie wordt vandaag in Vlaanderen onvoldoende gedetecteerd. Onderzoek leert dat zo’n depressie ook al tijdens de zwangerschap kan optreden en een negatieve impact kan hebben op de relatie tussen moeder en kind en de ontwikkeling van het kind zelf. De Vlaamse meerderheidspartijen dienen daarom een resolutie in om het taboe te doorbreken, alle betrokkenen te sensibiliseren en de aandoening via een screeningsinstrument tijdig op te sporen.

Vlaams Parlementslid Danielle Godderis-T’Jonck (N-VA), een van de initiatiefneemsters en zelf verpleegkundige van opleiding, vindt het belangrijk om het taboe rond zwangerschapsdepressies te doorbreken. “Tien tot twintig procent van de jonge moeders wordt ermee geconfronteerd”, stelt zij vast. Die moeders hebben vaak last van sterke gevoelens van schaamte en schuld. “We moeten dan ook vooral een boodschap van bespreekbaarheid brengen. Daarom willen we zwangere vrouwen, hun partners en hun omgeving attenderen op de symptomen van die aandoening.” Dat kan tijdens de infoavonden voor zwangere koppels, via de vele publicaties van Kind en Gezin. “Ook zorgverstrekkers moeten we meer gevoelig maken, zodat zij signalen van zwangerschapsdepressie en postnatale depressie vlugger oppikken.”

Tien vragen

Tot vandaag was er niet alleen te weinig aandacht voor zwangerschapsdepressies, er ontbrak ook een systematische screening. Daarom reikt de resolutie zorgverleners die frequent in aanraking komen met zwangere vrouwen en vrouwen na hun bevalling, een handig screeningsinstrument aan. Met een simpele lijst van tien vragen kan je de aandoening immers gemakkelijk detecteren. Eens dat gebeurd, is het belangrijk om gericht door te verwijzen. Een verwijzingsregister moet zorgverleners daarin ondersteunen.