U bent hier
Jarenlange Franstalige strategie loont
Met de splitsing van het gerechtelijk arrondissement BHV wordt de jarenlange strategie van de Franstaligen om Nederlandsonkundigen te benoemen beloond.
De Franstaligen gebruikten vroeger creatieve oplossingen om de taalwetten zo min mogelijk of zelfs niet te moeten toepassen. Hierdoor werden heel wat Nederlandsonkundige magistraten benoemd. Deze situatie wordt nu verankerd in het BHV-bis-akkoord.
Volgens de huidige taalwetgeving in gerechtszaken dienen de magistraten in de Brusselse rechtbank van Eerste Aanleg, Koophandel en Arbeidsrechtbank voor een derde een Nederlandstalig diploma te hebben en voor een derde een Franstalig diploma. Twee derden van alle Brusselse magistraten moeten tweetalig zijn. Uit het examen moet blijken dat ze een grondige kennis van de andere taal hebben.
Nietige oplossingen
De Franstalige ministers van Justitie Philippe Moureaux (PS) en Melchior Wathelet sr. (toen PSC) konden in de jaren tachtig en negentig onvoldoende tweetalige Franstalige magistraten vinden, die het examen ‘grondige kennis Nederlands’ met succes aflegden. Maar ze toverden een oplossing.
Ze eisten dat ALLE Nederlandstalige kandidaat-rechters tweetalig zouden zijn. De Nederlandstaligen werden alleen benoemd als ze slaagden in het examen 'grondige kennis Frans'. Ze benoemden wel eentalig Franstalige kandidaat-rechters, want er waren er onvoldoende die slaagden in het examen 'grondige kennis van het Nederlands'. Dat was regelrecht in tegenstrijd met de taalwet.
De taalwetgeving is nochtans van openbare orde en iedere actie, benoeming, bevordering die in strijd is met de taalwetgeving is ambtshalve nietig en dient door iedere gerechtsdienaar ambtshalve toegepast te worden, en zeker door de minister van Justitie.
Deze malafide praktijk heeft jaren geduurd tot de Raad van State gevat werd door een benadeelde tweetalige kandidaat-rechter, die voorbijgestoken werd door een eentalige Franstalige kandidaat.
De toenmalige minister van Justitie kon niet langer rechters blijven benoemen, in strijd met de taalwet. Daarom werd het systeem van de 'toegevoegde rechters' bedacht. Vandaag zijn er zo 50 toegevoegde rechters en 34 parketmagistraten. Ze zijn NIET onderworpen aan de taalwetgeving. Door dit systeem werd de hele taalwetgeving rond de organisatie van de Brusselse Rechtbanken buitenspel gezet of zeg maar simpelweg afgevoerd.
Nog erger
De nieuwe regeling in het BHV-bis-akkoord, uitgedokterd door de acht onderhandelende partijen, bevestigt deze situatie en verergert ze nog. Want: 1. De norm van twee derde tweetalige rechters in Brussel wordt afgezwakt naar een derde; 2. Het systeem van de 50 eentalig toegevoegde rechters en 34 parketmagistraten BUITEN het taalkader blijft bestendigd; 3. Het toekomstige zogenaamde Vlaams parket van de Procureur des Konings in Halle-Vilvoorde wordt geïnfecteerd met vijf Franstalige magistraten; 4. De 600.000 inwoners van Halle-Vilvoorde krijgen geen rechtbank in eigen streek maar moeten nog steeds naar de Brusselse rechtbank; 5. De Franstalige Brusselse rechtbanken van Eerste Aanleg blijven ook bevoegd in de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde: 6. De Vlaamse Rechtbank van Eerste Aanleg in HV dient voor 1/3 te bestaan uit tweetalige rechters; 7. Taalwijziging voor rechtsingang wordt in heel Vlaanderen ingevoerd en bovendien versoepeld.
De conclusie is duidelijk: onwettigheid loont. De Vlamingen worden nog meer benadeeld in Brussel en de Vlamingen in Halle-Vilvoorde worden bedacht met Franstalige magistraten.
CD&V, Open Vld, sp.a en Groen! laten alle Vlamingen in Brussel en Halle-Vilvoorde in de steek. Ze verankeren nu zelfs de strategie van de Franstaligen in wetten, bijzondere wetten en in de grondwet.