Iran zachtjes op de vingers getikt

Door Daphné Dumery op 2 december 2011, over deze onderwerpen: Buitenlandse Zaken, Veiligheid, Wapens

Op 29 november 2011 werd de Britse ambassade in Teheran bestormd door studenten en leden van de paramilitaire Basji-organisatie die gelieerd is aan de Iraanse Revolutionaire Garde. Zij uitten hun woede over de sancties die Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Canada hebben opgelegd aan Iran naar aanleiding van het rapport van het Internationaal Atoomagentschap waarin staat dat Iran werkt aan een nucleair wapen. Ook de Europese Unie nam al sancties tegen het land. De bestorming van de ambassade werd door de Iraanse overheid niet verhinderd hoewel internationale akkoorden hen hiertoe verplichten.

Als gevolg van de aanval op de Britse ambassade zette Londen de Iraanse diplomatieke vertegenwoordigers in het Verenigd Koninkrijk het land uit en evacueerde het zijn ambassadepersoneel uit Teheran. Ook Nederland, Duitsland, Frankrijk en Italië riepen prompt hun ambassadeurs terug uit Iran. Noorwegen ging nog een stap verder en volgde het voorbeeld van Groot-Brittannië door zijn ambassade in het land volledig te sluiten. De Europese solidariteit in de praktijk.

Van die Europese solidariteit was bij de Belgische regering in lopende zaken weinig te merken. Hoewel onze buurlanden oordeelden dat de veiligheid van hun ambassadepersoneel in Iran niet langer gewaarborgd was en dat een krachtig signaal moest worden gegeven blijft de Belgische ambassade gewoon open en wordt de Belgische ambassadeur ook niet naar Brussel teruggeroepen. Minister Steven Vanackere beschouwt het aanvallen van een Europese ambassade blijkbaar gewoon als een fait-divers en vond het niet nodig zelf tekst en uitleg te vragen aan de Iraanse vertegenwoordiger in ons land. Om toch de
schijn van betrokkenheid op te houden werd de zaakgelastigde van Teheran op het matje geroepen door… een directeur-generaal van de FOD Buitenlandse Zaken.

Terwijl Europa zijn lidstaten oproept Iran een krachtig signaal te geven dat het kernwapenprogramma moet worden stopgezet en dat geweld op diplomatieke posten niet getolereerd wordt, vraagt België bij monde van een ondergeschikte van de minister aan Iran om te beloven dat het niet meer zal gebeuren.

Ons land, dat er prat op gaat een betrouwbare NAVO-partner en goede Europese leerling te zijn geeft hiermee het verkeerde signaal: het ziet geen graten in een dictatoriaal regime dat een nucleair arsenaal wil uitbouwen. De Belgische regering geeft aan de Europese partners het signaal dat een regelrechte aanval op de hoogste diplomatieke vertegenwoordigers van die partners, en bij uitbreiding de vertegenwoordigers van de gehele Unie, geen reden is om op te treden. "De minister heeft geen tijd om zich met dergelijke futiliteiten te bemoeien, maar we zullen kijken of iemand van het personeel tijd heeft om de Iraanse vertegenwoordiger een standje te geven". Dat is het signaal dat we aan de Britten gegeven hebben. Dat is het beeld dat de wereld nu heeft van de Belgische diplomatie.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is