Het echte Feest van de Arbeid: samen meer mensen aan het werk helpen en houden

Werk staat meer dan ooit centraal in het politieke en publieke debat, en dat is zonder meer een goede zaak. Werk als motor van sociale vooruitgang en opwaartse sociale mobiliteit. Werk als beste verzekering tegen armoede én voor sociale cohesie. Spijtig genoeg ook werk als bron van burn-out, stress en vervroegde uitval op de arbeidsmarkt.

Werk is niet voor niets een topprioriteit voor de regering-Michel I. Enkel door meer mensen aan het werk te helpen en te houden kunnen we onze sociale zekerheid veilig stellen. We gaan hierover het debat aan met de sociale partners en het bredere middenveld. Maar de wijze waarop dit gebeurt breekt wel met de Belgische tradities. We vragen de sociale partners om akkoorden te sluiten over cruciale thema’s als lonen, langer werken en werkbaar werk. Maar we pakken dit anders aan dan in het verleden.

We nemen sociale akkoorden niet langer klakkeloos over als ze de rekening doorschuiven naar de belastingbetaler of naar de komende generaties. En als de sociale partners niet tot een akkoord komen, neemt de regering en het parlement zelf haar democratisch gelegitimeerde verantwoordelijkheid. Zo vergroten we het draagvlak voor de structurele hervormingen die nodig zijn om onze welvaart en welzijn te verzekeren voor de toekomst.

Pensioenen

Dankzij een structurele verlaging van de lasten op arbeid, een aangehouden loonmatiging én een indexsprong zorgen we voor extra jobs in de private sector, de echte motor van verandering en vooruitgang. Door het uitdoven van het brugpensioen en de activering van werklozen tot 65 jaar stimuleren we langer werken. Door vervroegd pensioen pas mogelijk te maken vanaf 63 jaar en de wettelijke pensioenleeftijd te verhogen tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030 halveren we de kostprijs van de vergrijzing tegen 2060.

We voorzien de nodige sociale correcties door de laagste sociale uitkeringen en pensioenen te verhogen met 2 procent, en verkleinen het veel te grote verschil tussen bruto- en nettoloon door een versterking van de werkbonus en een verlaging van de personenbelasting. In de huidige context van quasi nul-inflatie betekent elke euro extra nettoloon of sociale uitkering een euro extra koopkracht.

Concurrentiekracht versterken

Dat is voor ons de echte inzet van de tax shift: onze concurrentiekracht versterken door een verdere verlaging van de werkgeversbijdrage én lagere belastingen voor werkenden zodat ze op het einde van de maand meer netto-inkomen en koopkracht overhouden. Zo stimuleren we werkgevers om extra jobs te creëren, en maken we werken echt lonend.

Verandering botst op weerstand. Verandering gaat ook niet van vandaag op morgen. Verandering moet gedragen worden vanuit de praktijk. Dat is zeker het geval voor de structurele sociaaleconomische hervormingen die we uitvoeren. Onze doelstellingen staan klaar en duidelijk in het regeerakkoord. Over de wijze waarop we deze doelstellingen kunnen bereiken, reiken we opnieuw de hand naar de sociale partners en het bredere middenveld. Laten we samen aan de slag gaan om er ook na 1 mei een echt feest van de arbeid van te maken.