Heden en verleden bij Lode Wils

Door Eric Defoort op 10 december 2012, over deze onderwerpen: NV-A, NV-A, N-VA

De Standaard publiceerde op 8 december een stevig uitgesponnen interview van Ruud Goossens met historicus Lode Wils. Wils bespeelt er de hem eigen en klassieke snaar (“Het Vlaams-nationalisme blijft een product van de collaboratie”). Voor historicus Eric Defoort was Lode Wils ooit een belangrijk leermeester, Wils was in het begin van de jaren 70 promotor van het doctoraal proefschrift van Defoort. Vandaag neemt Eric Defoort wat afstand, omdat hij moeite heeft met de door Wils zo geliefde deterministische benadering van het verleden. Op het interview van Lode Wils volgde dan ook een antwoord van Eric Defoort (De Standaard, 10 december 2012).

Het is zeldzaam geworden dat een krant nog zoveel plaats inruimt voor een aardig interview met een zo boeiende én geëngageerde historicus als emeritus Lode Wils (DS 8 december). Dit is niet zomaar een captatio benevolentiae van mijnentwege. Wils wordt door de krant immers geduid als een 'monument van de Vlaamse geschiedschrijving', en wat is er nu normaler dan bloemen deponeren aan het voetstuk van een monument.

Ik ken en apprecieer Lode Wils sinds het begin van de jaren zeventig uit de vorige eeuw. Hij was toen promotor van mijn doctoraal proefschrift. Wat heb ik geleerd bij de man! Maar tegelijkertijd beleefden wij veel plezier aan intellectueel stimulerende twistgesprekken onder ons beiden. In 1974 schonk hij mij zijn pas verschenen boek 'Flamenpolitik en aktivisme' en schreef er een vriendschappelijke opdracht in. Ik ken sindsdien zijn opinie over de band tussen collaboratie in de Eerste Wereldoorlog en Vlaams-nationalisme. Een groot stuk van wat Wils in het recente interview vertelt stak al in dat boek uit 1974.

In de daaropvolgende decennia nam ik meermaals deel aan openbare debatten met hem, en we werden het over een aantal punten nooit eens. Ook nu weer niet. Hij kent alvast mijn mening over collaboratie en Vlaams-nationalisme: die oorlogsjaren zijn periodes van de ergste onderdrukking in de geschiedenis van mijn Vlaamse volk, en dat aan die onderdrukking een minderheid, onder wie veel Vlaams-nationalisten, heeft meegewerkt, getuigt van een immense naïviteit, van een hallucinante dwaasheid en, in het geval van een minderheid binnen die minderheid, van schrikwekkende misdadigheid.

Niet zo evident

Wils hanteert in de loop van het interview graag 'mijn evidente vaststelling', 'de meest evidente dingen' en 'dat is toch evident'. Maar de onderbouw van zijn vele 'evidenties' is nagenoeg onbestaande, of hij laat er ons in ieder geval niets van zien. Soms komt hij met iets wat op een argument zou kunnen lijken: een overlijdensbericht dat op 6 november jongstleden in deze krant verscheen en waarin wordt vermeld dat de aflijvige 'een Oostfrontstrijder was, maar ook dat hij later actief was in tal van Vlaamse verenigingen'. Hij vraagt hierbij, begeleid door 'twee priemende ogen': 'Wat leert u hieruit?' Ik zou het niet weten, tenzij dat de ex-collaborateurs uit de Tweede Wereldoorlog almaar sneller uitsterven .

Geachte Lode Wils, dan mag ik u nu vragen wat u dan wel leert uit het feit dat ik opgroeide in een 'wit nest', waarin door de Duitse bezetter heel aangrijpend en blijvend leed werd veroorzaakt, met name in het leven van mijn vader en in dat van een deel van zijn kinderen. Maar ook ik werd later 'actief in tal van Vlaamse verenigingen' en in politieke partijen als de Volksunie en de N-VA. Dus?

Terwijl Lode naar een antwoord zoekt, profiteer ik ervan om hem bijkomend te vragen wat hij leert uit het feit dat een niet onaardig deel van de joodse gemeenschap in Antwerpen recentelijk voor de N-VA stemde en dat een goede joodse vriend van Bart De Wever en van mijzelf enthousiast kandideerde op de N-VA-lijst en er ook verkozen werd?

Andere blik op het heden

Bij Wils stond en staat de problematiek van de relatie tussen verleden en heden altijd centraal. Het gaat inderdaad om een essentiële thematiek. Maar hij zit vast aan een deterministische visie. Als hij het heeft over 'Wij kunnen ons verleden nu eenmaal niet afgooien' dan heeft hij alleen maar gelijk als hij bedoelt 'weggooien', 'doen alsof het er niet geweest is'. Het 'verleden' heeft inderdaad plaatsgegrepen, en in die zin is het noodzakelijk, is het gesloten. Het loopt wel helemaal fout als je, zoals Wils, het ' heden' niet kunt zien als één grote contingentie, in de zin van mogelijk maar niet noodzakelijk. Voor Wils zit het heden niet vol mogelijkheden maar is het exclusief een afgeleide van het 'verleden'. Dat weerklinkt heel luid in zijn bewering dat Bart De Wever het collaboratieverleden 'niet in de marge kan duwen (...) het behoort tot de essentie van zijn partij en van het Vlaams-nationalisme'.

Ik weet al langer dan vandaag dat Lode Wils een essentialist is. Het zij zo. Maar als er nu iemand is die blijkbaar zijn verleden 'nu eenmaal niet kan afgooien' dan is hij dat wel. Hij heeft zich ogenschijnlijk nooit kunnen losmaken van het concept 'erfzonde' uit zijn katholieke opvoeding. Hij heeft het zelfs opgenomen in zijn geschiedschrijving: het Vlaams-nationalisme zit met een 'eeuwig merkteken'. Het zal altijd zo blijven dat sommigen vooral afstammelingen zijn, terwijl anderen, zoals Bart De Wever, de ambitie hebben om een voorouder te worden.

Lode Wils, geachte leermeester van weleer, wat dacht u ervan om in een nabije toekomst eens van gedachten te wisselen over: 'Vlaams-nationalisme is en blijft een product van België'?

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is