U bent hier
Ga door Baskenland
Het Baskische burgerplatform voor overleg en bemiddeling, Lokarri, en de Internationale Contactgroep voor het Baskisch Vredesproces organiseren maandag 17 oktober een internationale conferentie in Bilbao om een oplossing voor het Baskisch conflict voor te stellen. Frieda Brepoels, Europees Parlementslid voor de N-VA, stuurde deze brief naar haar vrienden in Baskenland.
Vlaanderen en Baskenland zijn twee Europese Naties die door de loop van de geschiedenis een hechte band hebben gesmeed. De verhalen die Baskische vluchtelingen naar Vlaanderen brachten tijdens de burgeroorlog en repressie, zijn bij ons nog niet vergeten. Ook daarna lieten we geen kans onbenut om elkaar te blijven ontmoeten; uitwisselingen door studenten, kunstenaars en ondernemers deden de bestaande warme gevoelens enkel maar groeien.
Net zoals haar voorganger de Volksunie (VU), draagt ook mijn partij, de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA), Baskenland een warm hart toe. Twee van onze anciens, de betreurde Walter Luyten en Willy Kuijpers, reisden in de jaren 1970 reeds naar Baskenland om er hun solidariteit te betuigen met het Baskische volk. Het relaas van deze bezoeken behoren nu tot het waardevolle patrimonium van onze partij. Onze voorzitter, Bart De Wever, en verschillende andere prominenten van de N-VA zetten deze traditie onverstoorbaar verder.
Het is dan ook vanuit deze (h)echte vriendschap dat ik met meer dan bijzondere interesse de ontwikkelingen in uw land, Baskenland, opvolg. Bij momenten was het moeilijk en leek een oplossing voor de al lang lopende "Baskische kwestie" veraf. Ik had er echter het grootste vertrouwen in dat, ondanks alle tegenkantingen, de hoop op een doorbraak nooit verdween.
En dat volhouden loont, bewijzen de positieve signalen die ons sinds enkele jaren vanuit Baskenland bereiken. De verklaringen van Altasuna in 2009, Zutik Euskal Herria en Bake Bidean in 2010 geven duidelijk aan dat het Baskische volk de touwtjes zelf in handen wil nemen. De verantwoordelijkheid voor duurzame vrede in de schoot van alle betrokken partijen leggen, was ontegensprekelijk moedig.
De Basken zelf steunen die aanpak tenvolle. Zo had ik eerder dit jaar het voorrecht om aanwezig te zijn op een manifestatie ter ondersteuning van het Gernika- akkoord. In een overvol Pelota-sportstadion, een in Vlaanderen volstrekt onbekende sport, was het enthousiasme van de aanwezigen ontroerend. Jong, oud, man, vrouw, een afspiegeling van de Baskische natie, verenigd in een strijd voor een geweldloos, zelfbewust en volwassen Baskenland.
De boodschap dat een gewapende strijd in Baskenland op geen steun meer kan rekenen heeft indruk gemaakt en tot resultaat geleid. Door telkens opnieuw te verwijzen naar de Mitchell-akkoorden gaf het burgerinitiatief aan dat de sleutel voor een oplossing niet enkel in Baskenland ligt. De starre houding van Madrid heeft me altijd ontgoocheld, maar nooit verbaasd. Spanje verplichtte ons daarom om verder te kijken: Baskische vrede zal mee uit het buitenland (moeten) komen.
In dat besef heb ik ongeveer een jaar geleden de bekende Zuid- Afrikaanse mensenrechtenadvocaat Brian Currin als gast in het Europees Parlement uitgenodigd. Samen stelden wij er een internationale verklaring voor, opgesteld en ondertekend door een groot aantal internationale persoonlijkheden. De verklaring was een antwoord op de vraag voor internationaal engagement die vanuit de Baskische samenleving kwam. Met Currins bezoek aan het Europees Parlement was de "Verklaring van Brussel" een feit. De gedrevenheid waarmee Currin daarna met die Verklaring aan het werk ging, is lovenswaardig. Dat hij vandaag nog het internationaal initiatief gidst, hoeft dan ook niet te verbazen. De schare aan internationale deskundigen waarmee hij de internationale contactgroep vormde, zijn stuk voor stuk autoriteiten op het vlak van conflictbestrijding en vredesopbouw, internationaal gewaardeerd en neutraal in hun opstelling. De afwijzing waarmee de Spaanse overheid tot op heden op de Verklaring reageerde, is dan ook onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Vredesonderhandelingen in het verleden leren ons net dat alle betrokken partijen rond de tafel dienen te zitten. De excuses die door velen in Madrid werden en worden aangewend missen iedere grond. Men zou de indruk kunnen krijgen dat Madrid vreest voor een uitbraak van vrede.
Als lid van de Friendship group for the Basque Peace Process in het Europees Parlement heb ik me daarom, samen met vele collega's, verschillende malen tot de Europese Raad en de Europese Commissie gericht. Door middel van schriftelijke vragen wees ik de Europese instellingen op de noodzaak om een actieve rol te spelen in dit proces, zoals het eerder succesvol deed in het Noord-Ierland. In het belang van de EU zelf om bij te dragen tot een vreedzame oplossing die vertrouwen wekt aan alle zijden. Europa moet Spanje daarom aansporen concrete stappen naar verzoening te zetten. De antwoorden van de Europese instellingen zijn tot op heden bedroevend: mensenrechtenkwesties binnen de EU zelf zijn een zaak voor de lidstaten.
Ik hoop dan ook van harte dat delegaties uit Madrid gehoor geven aan de oproep van Brian Currin en aanwezig zijn op de vandaag gehouden internationale conferentie. De Baskische samenleving heeft duidelijke stappen gezet. Het Baskische volk kan niet meer doen dan de roep om een democratische oplossing herhalen, vol te houden en het gekozen pad richting vrede niet te verlaten. Het is nu aan anderen, om de Spaanse staat niet bij naam te noemen, om ook stappen te zetten.