U bent hier
Doelgroepenbeleid: opnieuw het bos zien

Met de zesde staatshervorming heeft Vlaanderen een wildgroei aan banenplannen geërfd. Een werkgever zag door de bomen het bos niet meer. Snoeien en kappen was de boodschap. Door ‘maar’ drie doelgroepen over te houden, wil Vlaanderen zijn doelgroepenbeleid opnieuw doelgericht maken. Zodat we door de (drie) bomen opnieuw het bos zien.
Frank Vandenbroucke, hoogleraar en voormalig Vlaams en federaal minister van Werk, evalueerde onlangs het nieuwe Vlaamse doelgroepenbeleid. Voor hem is het nieuwe Vlaamse beleid 'verspillend' en blijven bepaalde categorieën (zoals langdurig werkzoekenden) in de kou staan. Laten wij ook maar duidelijk zijn: het Vlaams beleid bevordert de eenvoud, de transparantie, en daardoor ook de effectiviteit en efficiëntie.
Een stukje voorgeschiedenis: ooit waren er in België, indien men de maatregelen van alle overheden samentelde, meer dan 100 verschillende banenplannen. Die waren nogal bric-à-brac tot stand gekomen, zoals dat zo vaak gebeurt. Telkens een bepaalde doelgroep in het vizier kwam, werd een maatregel uitgedokterd. Gevolg was dat er bijna meer mensen in een doelgroep kwamen dan werknemers eruit vielen. De uitzondering werd de regel. Doelgericht was het doelgroepenbeleid niet meer.
Het waren ook te veel diverse maatregelen: hoe kon een werkgever door de bomen het bos nog zien? Niet dus, zeker niet in het ‘KMO-land’ Vlaanderen. De veelheid aan maatregelen was omgekeerd evenredig met de efficiëntie ervan. Beleidsevaluatie behoort op federaal vlak minder tot de politieke cultuur, waardoor geen enkele Belgische studie of statistiek het federaal beleid kon meten. Maar van het federale oude lappendeken van doelgroepenmaatregelen is wel duidelijk dat het niet efficiënt was: internationale (OESO-)studies schatten de verspilling van de oude banenplannen op bijna 70%! In 70% van de gevallen zou de werknemer sowieso aangeworven zijn zonder de maatregel.
Doelgericht arbeidsmarktbeleid is belangrijk. Maar het moet een aanvulling zijn op een globaal arbeidsmarkt- en fiscaal beleid. In het verleden werden de globale belastingdruk en loonkosten bewust veronachtzaamd, net omdat de kleine maatregelen voor alles wel een oplossing leken te bieden. Quod non.
Ons uitgangspunt daarentegen is dat de loonkosten lineair en structureel sterk omlaag moeten –-en dat doen we federaal - om zo opnieuw jobs te creëren. En we moeten deze structurele lastenverlaging (Vlaams) aanvullen met een selectieve extra duw in de rug voor enkele in aantal beperkte en helder omschreven doelgroepen die het moeilijk hebben op onze arbeidsmarkt.
Daarom wil Vlaanderen vereenvoudigen. En ook eigen accenten leggen. Zoals intussen in bepaalde media is belicht, focust minister van Werk Philippe Muyters op een vereenvoudigd concept waarbij de klemtoon ligt op jongeren, 55-plussers en mensen met een arbeidshandicap. Van het bestaande kluwen van 36 verschillende maatregelen - waarvan zeventien maatregelen een bereik hebben dat kleiner is dan 5.000 mensen, zo berekende Idea Consult - keert Vlaanderen nu terug naar drie doelgroepen met vereenvoudigde criteria.
Jongeren
De keuze om Vlaams zwaar in te zetten op jongeren als doelgroep (we verruimen het bereikte potentieel van 15.000 naar zowat 80.000 jongeren!), is volledig verantwoord: jongerenwerkloosheid vraagt ook in Vlaanderen onze aandacht, en ja, ook de positie van middengeschoolde jongeren op de arbeidsmarkt baart zorgen. Dat blijkt uit studies van de SERV. Ook de jongeren met enkel een ASO-diploma (al dan niet omdat er iets fout liep in de ambities voor het hoger onderwijs) hebben het vandaag bijzonder moeilijk op de arbeidsmarkt. Van de ongeveer 230.000 Vlaamse werklozen zijn er ongeveer 48.000 jonger dan 25 jaar. 40% daarvan is middengeschoold (45% laaggeschoold)!
Vandenbroucke bekritiseert de loongrens van 2.300 euro bruto (zonder toelagen of premies!) voor jongeren omdat het een 'abrupt alles-of-niets-systeem zou zijn.' Die loongrens is voor ons evident, omdat we vooral instapfuncties voor jongeren willen promoten en de werkloosheidsval willen vermijden, zodat jongeren wanneer ze van de schoolbanken komen onmiddellijk een eerste werkervaring kunnen opdoen (en dit zonder allerlei voorwaarden van minimale periode van werkloosheid zoals vroeger). Bij laagconjunctuur zijn jongeren vaak het eerste slachtoffer van de stijgende werkloosheid. Hen in de werkloosheid houden, is nefast. Een snelle werkervaring van zoveel mogelijk jongeren in het normaal economisch circuit is de beste opstap naar duurzaam werk. Door de doelgroepenkorting te beperken tot laag- en middengeschoolden met een bruto maandloon tot 2.300 euro volgt deze Vlaamse Regering overigens gewoon het voorstel van vakbonden en werkgevers.
Hoogleraar Vandenbroucke vindt dat de Vlaamse Regering te weinig doet voor langdurig werklozen. Wie langer werkloos is, heeft inderdaad minder kans om opnieuw werk te vinden dan de gemiddelde werkzoekende. Maar langdurig werkzoekenden moeten we vooral sterker en meer weerbaar maken. Arbeidsmarktbeleid is meer dan een loonsubsidie voor bepaalde doelgroepen. Ook de vakbonden hebben keer op keer gesteld dat langdurig werkzoekenden niet geholpen worden met ‘enkel’ loonkostenverlaging maar ook en vooral een ‘versterkende’ aanpak nodig hebben. Lagere loonkosten zouden wellicht weinig zoden aan de dijk brengen, zonder begeleiding, extra opleiding, het bijbrengen van de juiste attitude bij sommigen, het aanbieden van werkervaring (vb. stages, IBO).
Concreet: in de groep werkzoekenden van 25 tot 54 jaar willen we via het zogenaamde ‘kwalitatieve luik’ investeren zodat ze versterkt terug aan de slag kunnen. De sociale partners hebben zich geëngageerd om tegen einde maart een voorstel tot hervorming aan de regering voor te leggen over dat ‘kwalitatieve beleid’ zoals werkplekleren, activering van uitkeringen, werkhervattingstoeslagen, opleidingsincentives, jobcoaching, werkbaarheid, enz. Daarvoor is ongeveer 300 miljoen euro voorzien. Een euro in kwalitatief beleid is alvast wél efficiënt. Efficiënter dan vele andere dure plannen en maatregelen.
De Vlaamse maatregelen van het kwalitatieve luik zullen worden toegevoegd aan het Vlaamse Banenpact, en hiermee focussen we op de meest kwetsbare doelgroepen die achter blijven in de werkloosheid. Het Vlaams Banenpact gaat verder waar het loopbaanakkoord in de vorige regering stopte.
Willen we een lappendeken van doelgroepenmaatregelen omwille van de doelgroep, of willen we zoveel mogelijk mensen persoonlijk de kans geven op werk en een loopbaan? De vraag stellen is ze beantwoorden.
Bron: De Tijd, 6 februari 2015