U bent hier
De lach die bevrijdt
De lach doodt angst. En zonder angst kan er geen geloof zijn. Omwille van die overtuiging pleegde de bejaarde en blinde broeder Jorge de Burgos in de 14de eeuw tal van moorden in zijn Italiaanse Benedictijnenklooster.
Als bibliothecaris was hij in het bezit van het enige resterende exemplaar van het tweede boek van Aristoteles' Poetica, dat het genre van de komedie behandelt. De randen van het unieke boek smeerde hij in met gif zodat iedere lezer die de vingers nat maakte om de pagina's om te draaien, de inhoud ervan gelijk meenam naar het graf.
Met dat drastische optreden van zijn personage maakt Umberto Eco ons in De Naam van de Roos duidelijk hoe angst van wezenlijk belang is voor het verdedigen van een mystiek religieus wereldbeeld tegen de opkomst van het rationeel denken. De grootste bondgenoot van de ratio en dodelijkste vijand van angst is humor. De Nederlandse ondernemer Louis de Wijze overleefde de kampen van Westerbork, Buchenwald en Auschwitz onder meer door als cabaretier humor als wapen te gebruiken. Het gevoel voor humor is dan ook de meest unieke uiting van de menselijke ratio, de ultieme grenspaal tussen het menselijk en het dierlijk bestaan.
Daarom is het opmerkelijk dat mensen zich vandaag bijwijlen tegen de lach keren. Zo besliste de Duitstalige commerciële tv-keten ProSieben om naar aanleiding van de gebeurtenissen in Japan alle afleveringen van de animatiereeks The Simpsons met verwijzingen naar nucleaire ongelukken van het scherm te halen. Nu begint The Simpsons in de titelrol van iedere aflevering met beelden van het hoofdpersonage Homer - werkzaam als volstrekt incompetente veiligheidscoördinator in een kerncentrale waarvan de reactoren voortdurend op smelten staan - die per ongeluk een radioactieve staaf mee naar huis neemt en die dan doodleuk uit de auto keilt. Eigenaar van de centrale is de demonische Montgomery Burns, die een energiemonopolie beheert waarvan zelfs Electrabel alleen kan dromen en waarmee hij de bevolking regelmatig terroriseert. De ironie ligt er dus nogal dik op.
The Simpsons levert als het ware een permanente waarschuwing dat de feilbare mens kernenergie echt niet door foute lieden mag laten beheren. Is het op een moment van grote angst dan niet juist nuttig om deze boodschap op humoristische wijze te brengen? De keten ProSieben, die zich doorgaans niet bepaald laat kennen door een grote zorg voor goede smaak, werpt tegen dat het de kijkers zelf zijn die massaal aangeven dat ze nu geen grappen willen zien over slecht beheerde kerncentrales.
Misschien is het wel diezelfde Aristoteles die de beste verklaring geeft voor die gevoeligheid. In zijn Poetica (waarvan hij naar alle waarschijnlijkheid geen tweede boek heeft geschreven) toont hij aan hoe een tragedie en een komedie keerzijden van één medaille zijn. In een komedie zien we de inferieure mens, met al zijn gebreken en kleine kantjes, uitvergroot in een sociale context. We herkennen de personages, lachen met ze en vinden heimelijk dat ze lijken op mensen die we goed kennen (maar niet op onszelf). In een tragedie zien we in dezelfde sociale context superieure mensen, personages die de grootheid hebben om de menselijke feilbaarheid te overwinnen wanneer ze met het noodlot geconfronteerd worden. We kijken ernaar en zouden willen dat we zelf zo waren, in het stille besef dat dit niet het geval is.
Wellicht botsen The Simpsons en Fukushima voor de Duitse opinie, traditioneel erg gevoelig voor het thema van kernenergie, al te zeer op het snijpunt van de komedie met de tragedie. Het besef dat de Japanse centrale ongestraft gerund werd door lieden die meer gelijkenis vertonen met Homer Simpson en Monty Burns dan we voor mogelijk hielden, is te pijnlijk om onder de vorm van een komedie onder ogen te zien. Wat we nu willen zien, is de tragedie van de dappere Japanners die op een bovenmenselijke manier vechten tegen het noodlot dat hen via een aardbeving en een tsunami niet zozeer door de feilbare mens dan wel door de hand van God zelf lijkt te treffen. Als de angst regeert, moet de lach wijken. Tijdelijk is dat geen probleem. Zolang de ratio maar terugkeert, waardoor er op de juiste manier lering wordt getrokken uit het menselijk falen. En waardoor we om onze feilbare menselijkheid opnieuw ongegeneerd zullen lachen.