De 'Achielhiel' van Frank Vandenbroucke

Door Danny Pieters op 31 mei 2010, over deze onderwerpen: Economie, Pensioenen, Politiek, Uitkeringen

We moeten niet blijven hangen bij de vaststelling ‘België werkt niet’ maar we moeten een duidelijke visie voorleggen voor onze sociale zekerheid. Daar heeft Frank Vandenbroucke overschot van gelijk in. Als de N-VA pleit voor een Vlaamse sociale zekerheid moet ze ook vertellen hoe die er uit kan zien. Waar Vandenbroucke overigens op termijn naartoe wil gaan, komen we niet echt te weten, behalve dan naar de uitbouw van een aanvullende tweede pijler. Hij geeft zo de ambitie op om binnen het wettelijk stelsel (de eerste pijler) mensen opnieuw een behoorlijk pensioen te geven. De sp.a gaat dus voor een steeds meer ‘leefloon-achtig’ pensioen voor iedereen die werkt en een aanvullend ‘red-u-zelf’-pensioen voor de sectoren en bedrijven die het goed doen en waar men een tweede pijler uit de wacht kan slepen. Dat is toch wel wat merkwaardig voor een partij die campagne voert met Achiel Van Acker, de vader van de sociale zekerheid.

Wij zeggen: herstel een sterke eerste pijler, waar iedere euro bijdrage ook een meer aan pensioen oplevert, zonder de herverdeling los te laten. De eerste betaalde euro levert immers meer pensioenrechten op dan de laatste euro die in het systeem wordt gelegd. De zogenaamde gelijkgestelde periodes - periodes waarin niet wordt gewerkt maar die wel pensioenrechten opbouwen - laten we slechts meetellen als iemand (de betrokkene zelf, de werkgever of de overheid) instaat voor de corresponderende bijdrage. Vandenbroucke weet dat die gelijkgestelde periodes goed zijn voor zowat een derde van de pensioenen die vandaag uitbetaald worden, maar hij zwijgt hierover als vermoord.

Wat denkt hij trouwens over het ‘splitting’-voorstel van de N-VA? Daarmee bouwt elk van de echtgenoten een eigen pensioen op, zodat vrouwen niet langer stiefmoederlijk worden behandeld. De N-VA wil immers een moderne sociale zekerheid die bijvoorbeeld rekening houdt met nieuwe gezinsvormen. Achiel Van Acker moest zich daar nog niet om bekommeren. Zijn Sociaal Pact kwam tot stand in 1944, toen vrouwen nog geen stemrecht hadden.

De N-VA wil niet beweren dat de sociale zekerheid meteen uit alle problemen zou zijn eens ze Vlaams wordt. De sociale zekerheid is immers een supertanker die je slechts geleidelijk van koers kan doen wijzigen. In het scharnierjaar 2004 zeiden Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte al: “De hele bemanning overtuigen dat de koers moet wijzigen en het manoeuvre goed voorbereiden zijn twee voorwaarden om te slagen.”

Intussen is gebleken dat we de verloren jaren aan elkaar rijgen. Waar in Vlaanderen wellicht een consensus mogelijk is over de toekomstige koers van onze sociale zekerheid, is dat niet langer mogelijk op Belgisch niveau. Aan Franstalige kant heeft men immers een totaal ander beeld over de sécu en de voorwaarde van activering die daaraan verbonden is. Als voormalig federaal minister van Werk heeft Frank Vandenbroucke dat ongetwijfeld aan den lijve ondervonden. Als we de sociale zekerheid echt willen hervormen en verbeteren, dan zal dat in Vlaanderen zijn. Zoniet zitten we in België met z’n allen ‘broederlijk’ op de Titanic.

Het is inderdaad belangrijk dat er perspectief wordt geboden. Maar dat zal niet uit de lucht vallen: we moeten daar samen aan werken. Wij betwijfelen dat er daartoe in Franstalig België nog bereidheid is. In elk geval willen we de toekomst van onze pensioenen niet langer in handen leggen van de Daerdens en co. De N-VA wil dat de Vlamingen het democratisch recht krijgen hun toekomst in eigen handen te nemen, ook en vooral in de sociale zekerheid.

Rest ons de bangmakerij waarmee men dezer dagen de kiezer wil afschrikken van verandering. Zo zouden de pensioenkassen opdrogen. Maar aan ons pensioenstelsel kan het echt niet liggen. Dat is gebaseerd op het omslagstelsel. In mensentaal: de pensioenen van vandaag worden betaald met de bijdragen van wie vandaag werkt. Onze pensioenen zullen op hun beurt betaald worden uit de bijdragen die later opgebracht worden door wie dan werkt. Het is dus belangrijk om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen. Vandenbroucke wil dat ook, maar kan het logisch gevolg niet trekken: ook de werkloosheidsuitkeringen moeten naar de deelstaten worden overgeheveld. Of mag hij het niet meer: in 2004 was de splitsing van het hele werkgelegenheidsbeleid, inbegrepen het budget van de werkloosheid, voor hem nog prioriteit nummer één.

En Brussel? Het debat over de toekomst van de sociale zekerheid verengen tot de vraag wie van een pensioen verzekerd zal worden in Brussel is naast de kwestie. Wanneer bevoegdheden worden overgedragen, zullen de mensen hun verworven rechten niet verliezen. Maar we moeten de tanker wel een andere koers doen varen om een antwoord te kunnen bieden op de uitdagingen van morgen. Dat kunnen we doen, in Vlaanderen en voor wie in Brussel kiest voor de Vlaamse gemeenschap: van de schoolkeuze tot en met de sociale zekerheid.

Ervan uitgaan dat een wilde concurrentie iedereen naar het Vlaamse stelsel zou drijven, is niet correct. Een gezonde sociale zekerheid kent immers een evenwicht van rechten en plichten. Althans, als we bereid zijn om de eerste pijler niet los te koppelen van arbeidsprestaties zoals de sp.a blijkbaar wil. Die richting wil de N-VA niet uitgaan. Integendeel, iedere gewerkte dag moet meetellen, zeker in de berekening van de eerste pijler. Als we dit principe niet loslaten, zien we echt niet in wat het probleem is in Brussel. Net zoals mensen vandaag de keuze hebben om als werknemer of als zelfstandige werkzaam te zijn. De sociale zekerheid is ook daar voor beide groepen verplicht. Maar willen we daarom allemaal werknemer dan wel zelfstandige worden?

Eind 1944 kreeg Van Acker zijn sociale zekerheid door het parlement. Hij zei toen: "'t Is nu het moment om dit te realiseren, want als gij het vandaag niet doet, zult gij het morgen niet doen.” Vandaag zeggen wij: nu durven veranderen, want als wij het vandaag niet doen, zal het morgen niet gebeuren!

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is