U bent hier
Bijsturing betaald educatief verlof vereist: budget swingt de pan uit

Het aantal terugbetaalde uren voor betaald educatief verlof (BEV) is de jongste jaren sterk gestegen, zo blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Jan Hofkens opvroeg bij minister van Werk Philippe Muyters. “Dat budget moet opnieuw onder controle worden gebracht”, zegt Hofkens. “Dat kan door in de toekomst enkel nog opleidingen terug te betalen die de competenties van de werknemers en hun positie op de arbeidsmarkt versterken. Daarnaast moeten we het stelsel eenvoudiger en transparanter maken. Enkel op die manier biedt het een meerwaarde voor zowel werkgever als werknemer.”
Het betaald educatief verlof, een stelsel van individueel opleidingsverlof, biedt werknemers uit de privésector de mogelijkheid om hun opleiding af te maken, bijkomende competenties te verwerven of zich om te scholen. De voorbije drie jaar is het aantal terugbetaalde uren in het kader van dat stelsel met bijna 15 procent toegenomen. Ook het totaalbedrag dat de overheid terugbetaalde aan de werkgevers steeg met 14 procent. Tien procent daarvan wordt besteed aan algemene opleidingen die de vakbonden zelf organiseren in het kader van hun werking. Wat die syndicale opleidingen concreet inhouden is echter niet duidelijk.
Focus op relevantie voor arbeidsmarkt
Er bestaat op dit ogenblik een enorme verscheidenheid aan opleidingen die recht geven op betaald educatief verlof. In de lijst met erkende beroepsopleidingen kan men zo onder meer cursussen voor boomverzorger en florist terugvinden. Maar een opleiding tot badstofwever of suiker- en marsepeinbewerker komt evengoed in aanmerking. “Het stelsel moet dringend eenvoudiger en transparanter worden gemaakt”, concludeert Hofkens. “Alle cursussen die niet echt gericht zijn op het versterken van de competenties van de werknemer moeten zoveel mogelijk worden geweerd.”