U bent hier
Belgische overheid mag kost voor prioritaire Vlaamse spoorlijnen niet afwentelen op Vlaanderen

Volgens federaal minister van Mobiliteit Jacqueline Galant (MR) moet Vlaanderen meebetalen voor het heropenen van de spoorverbinding tussen Hasselt en Neerpelt. Dat standpunt druist echter in tegen de gemaakte afspraken. “Als Vlaanderen zijn eigen spoorlijnen moet betalen, had men de regionalisering van de NMBS maar moeten opnemen in de zesde staatshervorming”, meent N-VA-Kamerlid Wouter Raskin.
Hij herinnert minister Galant eraan dat het meerjareninvesteringsplan van de NMBS Groep voorziet in een aparte investeringsenveloppe van 2,5 miljard euro voor spoorprojecten die de Gewesten als prioritair bestempelen. Voor Vlaanderen is het heropstarten van de spoorlijn tussen Hasselt en Neerpelt zo’n project. Kostprijs: 185 miljoen euro. Omdat de spoorwegbedding er nog ligt, hoeven er geen grote infrastructuurwerken uitgevoerd te worden.
Obstakel voor herstel
“Eerder werd al aangetoond dat de gebrekkige ontsluiting via het spoor een belangrijk obstakel vormt voor het herstel en de verdere ontwikkeling van de Limburgse economie”, aldus Raskin. “Betere spoorverbindingen zijn daarom absoluut noodzakelijk. Ik denk daarbij niet alleen aan de spoorlijn Hasselt-Neerpelt, maar ook aan het doortrekken van de verbinding Antwerpen-Hamont tot in Weert. Maar het is zeker niet de bedoeling dat de Belgische overheid de kosten van die realisaties afwentelt op de deelstaten”, besluit Raskin. Eerder gaf ook Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts al te verstaan dat de gewestelijke prioriteiten gefinancierd moeten worden met federale middelen.